Atelier Belge: "Bij ons beslissen de klanten mee over het ontwerp"
Hoe vullen jullie elkaar aan?
Deevie: “Ik hou me vooral bezig met de zakelijke aspecten, Oskar is bijna fulltime met ontwerpen bezig. Hij werkt vooral met metalen, terwijl ik trouw blijf aan mijn hout-achtergrond.”
Oskar: “We zijn als mensen tamelijk verschillend. Ik ben inderdaad gepassioneerd door metaal. Je kan er heel veel kanten mee uit. Als je het een bepaalde plooi geeft, kan het heel sterk worden, maar je kan er ook heel fijn in gaan. Met staal kan je tot op een halve millimeter ongelooflijke dingen maken.”
Vanwaar de naam Atelier Belge?
Deevie: “Omdat we belang hechten aan het ambacht en de lokale productie. We zoeken steeds naar eerlijke producten. Het is allemaal gelabeld hout, geen illegale boskap. En we spelen het Belgische ontwerp ook uit natuurlijk. Zo heeft Oskar een tapijt ontworpen in de vorm van België.”
Oskar: “Dat was een kunstzinnig, humoristisch afstudeerproject. Het was een ironische zinspeling op de politieke situatie van dat moment. Het tapijt ‘O Deelbaar België' heeft de contouren van België: Vlaanderen in het geel, Wallonië in het rood en Brussel als het zwarte schaap. Als je het tapijt koopt, krijg je er een schaar bij en kan je beslissen of je het wil knippen of niet. Ik vind dat de klant zelf moet kunnen beslissen.”
En wat is de prijs van België?
Oskar: ?“7500 euro.”
Deevie: “Ondertussen zijn we vooral actief bezig met loopholes, een ontwerp dat we zelf commercialiseren. Je kunt het ondertussen al vinden in een vijftiental verkooppunten in België en op een tiental plaatsen in Europa.”
En wat is een loophole?
Oskar: “Het is een grid gemaakt uit draadstaal en daar kan je naargelang de ruimte, functie en persoonlijke voorkeur verschillende applicaties op aanbrengen. Dat gaat van legplankjes, tot bakjes, pennenhouders, spiegeltjes, prikbordjes en haakjes om je kleren aan te hangen. Onze rasters zijn ook zo ontwikkeld dat je ze zowel binnen als buiten kan gebruiken. Ik heb zelfs al versies gezien waar Ikea-lampen op zijn aangebracht. Dat vind ik best oké.”
Deevie: “Het is een modulair systeem. Het is een beetje de Iphone van de meubelsector. Je koopt een basis en je gaat dat personaliseren door applicaties aan te kopen. Dat maakt het voor ons interessant als ontwerpers, omdat we telkens weer nieuwe applicaties kunnen ontwikkelen.”
Wat zijn jullie criteria?
Oskar: “Ik probeer zo functioneel mogelijk te denken. Een product moet deftig werken en zijn functie zo goed mogelijk vervullen. Je ziet veel design dat niet functioneert. Ik hou van een minimalistische aanpak op zowel uiterlijk vlak als op het vlak van productie. Anders kan je iets ook niet aan een interessante prijs op de markt zetten. De klant moet een product zo veel mogelijk kunnen personaliseren en eigen maken. De loopholes zijn daar een goed voorbeeld van, maar ik doe dat ook met andere producten.”
Deevie: “Daarnaast bieden we ook een service op maat aan. Dat is voor ons een extra troef.”
En wat hebben jullie naast loopholes nog te bieden?
Deevie: “Met loopholes bereiken we zowel de student als de welgestelde burger. Maar we bieden ook een volledig handgemaakte vitrinekast aan met speciale houtverbindingen in massieve notelaar. Daarnaast hebben we ook heel goedkope producten zoals de bakzit, een stoeltje om op een bak bier te zetten. Daar ga je natuurlijk de student mee bereiken. En we bieden ook design aan van collega-ontwerpers aan. Zo is er de tafel van Roy van Rijt. Hij kocht de vloer van de gymzaal waar hij vroeger zelf turnde. Die heeft hij vervolgens in 88 segmenten gezaagd en omgevormd tot 88 unieke tafels. Wij zijn de enige verdeler in België die deze tafels online aanbiedt.”
Waar hecht het publiek tegenwoordig veel belang aan?
Deevie: “Je ziet dat de retro-tendens nog altijd aanspreekt. Daar is ons loopholes-rek ook wel een beetje op geïnspireerd. Vandaar dat het goed verkoopt.”
Oskar: “De combinatie tussen hout en massieve elementen komt terug. Je zou dat wel een trend kunnen noemen. Ik vind ook de terugkeer van het wit-grijze monochrome kleurenpalet erg interessant. Verder heb je blauw en groen die zwart vervangen. Ik ben zelf altijd voorstander geweest van zwart en wit want dat veroudert nooit. De vraag is uiteindelijk ook wat de intrinsieke waarde van een trend is. Dat maakt je product daarom niet beter.”
Deevie: “Ook aan duurzaamheid hechten mensen meer belang dan vroeger. Materiaal als hout en staal floreren heel hard in de sector. En natuurlijk doet Scandinavisch design het goed.”
Hoe duurzaam zijn jullie?
Oskar: “Als je een duurzaam product maakt dat jarenlang meegaat, is dat een ander verhaal dan een Ikea-kast die iemand weggooit na twee jaar gebruik. Dat zijn wel zaken waar wij mee bezig zijn. We maken geen producten die je na twee jaar naar het containerpark brengt. Verder kijken we ook waar onze materialen vandaan komen. Alles gebeurt binnen een straal van vijftig kilometer, van productie tot verpakking. We hebben zelf een atelier bij onze ontwerpstudio. Voor al het staal gaan we op zoek naar lokale bedrijven.”
Oskar: “We willen een soort van tijdloosheid en functionaliteit creëren die binnen dertig jaar nog steeds van pas komt. Daar zit het verschil in waarde. We moeten natuurlijk wel toegeven dat Ikea toch ook wel dingen heeft gemaakt die een absolute designwaarde hebben, vooral als het gaat over ontwerp en functionaliteit.”
Wat is jullie ambitie?
Deevie: “We hebben gewoon een passie samen en willen verder op een gezonde manier een beetje groeien.”
Wie zijn Oskar en Deevie?
Deevie Vermetten studeerde houtbewerking, behaalde in Gent een bachelor interieuropleiding en specialiseerde zich in meubelontwerp. Na zijn studies startte hij de eenmanszaak Fermetti en in 2008 werd hij zaakvoerder van Atelier Belge. Oskar studeerde interieurvormgeving en meubelontwerp en werkt sinds 2010 als vaste ontwerper voor Atelier Belge.
Door Arne Rombouts