CD&V wil snellere spoorassistentie

De huidige dienstverlening in en rond de trein schiet nog vaak tekort voor mensen met een beperkte mobiliteit. Dat zegt Kamerlid Jef Van den Bergh. Grootste knelpunt is de aanvraagtijd voor assistentie. Zo moeten mensen met een beperkte mobiliteit verplicht 24 uur op voorhand begeleiding aanvragen bij de NMBS. «Hierdoor kunnen deze treinreizigers onmogelijk  een spontane uitstap maken. Of als een afspraak uitloopt, zitten ze met een groot probleem», aldus Van den Bergh aan Metro. «Ik stel daarom voor om de aanvraagtijd in grote stations te verminderen tot één uur, net zoals in Nederland. In die stations is toch voldoende personeel aanwezig om begeleiding in één uur tijd op touw te zetten.» Vandaag bespreekt de Kamer een resolutie in die zin.

Ook de onaangepaste treinstellen en hoge opstappen zijn een doorn in het oog. Van den Bergh erkent dat de NMBS de laatste jaren al veel inspanningen heeft ondernomen, maar benadrukt dat de besparingen de toegankelijkheid niet mogen ondermijnen. «De ambitie om bijvoorbeeld perrons te verhogen en aanduidingen voor blinden aan te brengen, is er. Maar de NMBS mag nog een tandje hoger schakelen.»

Tot slot moet de spoorwegmaatschappij nagaan welke problemen treinreizigers met een beperking, zoals rolstoelgebruikers, ondervinden bij het gebruik van de ticketautomaten. «Een goede  oplossing zou zijn dat deze mensen vrijgesteld worden van de toeslag die ze moeten betalen als je een ticket koopt in de trein», besluit hij.