CHECK-IN. Vijf keer kippenvel in Armenië
Aan de rand van de afgrond
De Armeense zomer kent geen genade, dus vluchtend voor de hitte beland ik met tent en rugzak in Dilijan National Park voor een tweedaagse trektocht. In een wereld die geregeerd wordt door imposante adelaars en torenhoge kliffen voel ik mij kleiner dan ooit tevoren. Aan het einde van de dag zet ik de tent op op enkele meters van een indrukwekkende klif. Enkele minuten later wordt de stilte met veel kabaal doorbroken door een aftandse Lada. Met handen en voeten weet een herdersfamilie me duidelijk te maken dat ik bij hen mag slapen en met handen en voeten tracht ik hun aanbod vriendelijk af te slaan. Een uur verstrijkt vooraleer de Lada opnieuw verschijnt. Een regen aan zalig zoet fruit en schattig snoepgoed landt voor mijn voeten. Zij slapen in hutten gemaakt van stenen en golfplaten, maar in hun ogen ben ik er slechter aan toe.
Een voorchristelijk offer
De band tussen Armenië en het christendom is meer dan zeventien eeuwen oud. Toch speelt geloof nog steeds een belangrijke rol in het land, niet alleen voor de gelovigen zelf, maar ook voor het toerisme. De vele kloosters die nu eens hoog op een rots, dan weer in een diep dal genesteld zijn, vormen zonder twijfel dé nationale publiekstrekkers. Verwacht je niet aan rijk versierde of gotische bouwwerken: net zoals de Armeens-Apostolische Kerk zijn ook de kloosters en kerken hier getekend door de tand des tijds. Maar vergis je niet, de religieuze plaatsen worden nog dagelijks gebruikt. Daarvan getuigen de beduimelde bidprentjes, lugubere kruisen en miniatuurkloosters die door gelovigen worden achtergelaten in niet al te goed verhulde nissen. Voor een buitenstaander hebben de taferelen vaak iets lugubers. Armenië heeft ook het heidendom gekend en daarvan is matagh' het ritueel slachten van een mannelijk dier voor een kerk een van de laatste overblijfselen. Wanneer ik de met bloed besmeurde drempel van het zoveelste klooster oversteek, kan ik het toch niet laten om stiekem even over mijn schouder te kijken. Je weet maar nooit.
IJzeren Sovjetskeletten
De Armeense geschiedenis is er eentje met vele hoofdstukken. De Sovjetbezetting is er daar één van en is wellicht de periode die het meeste sporen heeft nagelaten. Pompeuze benzinestations waar al jaren geen druppel olie meer te vinden is, oneindige spoorwegen die zich hun laatste passagierstrein niet meer kunnen herinneren, betonnen woningblokken die een wedstrijdje om ter robuustst lijken te spelen met de bergen errond. Kortom, de Sovjettijd heeft littekens achtergelaten. Herinneringen aan een tijd waarin Armenië welvarender, maar ook onderdrukter was. Het is geen zwart-witverhaal. Net zoals de fysieke restanten gaat de emotionele erfenis gehuld in een waas van grijstinten. Toch kan ik de impressionante bouwwerken
niet zomaar voorbijlopen.
Goddelijke petrogliefen
Een zonnige namiddag, een monsterlijke 4x4 en een praatje met de gastheer. Meer is er niet nodig om mij te overtuigen van een bezoek aan Ughtasar. De petrogliefensite wordt beschermd door UNESCO en bevindt zich in de krater van een uitgedoofde vulkaan. Meer dan 10.000 jaar geleden verzamelden de half-sedentaire voorvaderen van de Armenen zich hier om hun kuddes te laten grazen en kunst in het gesteente te kerven. En hoewel ik me afvraag waarom ze de moeite namen om helemaal tot hier te komen, begrijp ik hen tegelijk maar al te goed. Het omliggende landschap zou zelfs de meest getalenteerde kunstenaar aan zijn kunnen laten twijfelen. Misschien hadden de Oude Grieken het fout en lag de Olympos helemaal niet in Griekenland, maar in Armenië. Van goden is er dezer dagen geen spoor meer te bekennen, maar van beren des te meer. Verse pootafdrukken getuigen van hun aanwezigheid en zadelen me op met een dilemma. Ik wil de dieren dolgraag zien, maar mijn verantwoordelijkheidszin is het daar niet helemaal mee eens. Wanneer ik rond me kijk, smelten alle twijfels weg als sneeuw voor de zon. Er zijn ergere plaatsen om het loodje te leggen.
Leegte
Armenië is niet groter dan België, maar door de uitgestrekte vlaktes en oneindige landschappen lijkt het alsof je in een oneindig niemandsland terecht bent gekomen. De haast willekeurig verspreide huizen en al lang in onbruik geraakte elektriciteitsdraden dragen alleen maar bij aan dat gevoel van vervreemding. De natuur voert hier nog steeds het hoogste woord, maar tegelijk maakt de beschaving stiekem haar intrede. Een cowboy met een gloednieuwe iPhone die lusteloos zijn paarden hoedt, lijkt de perfecte metafoor voor Armenië. Het leven is hier duidelijk niet makkelijk, maar mysterie is alomtegenwoordig. «Emmenez-moi au bout de la terre. Emmenez-moi au pays des merveilles», zong de Frans-Armeense Charles Aznavour. Als er een Wonderland bestaat, dan ligt dat zonder twijfel in Armenië.
Tekst en foto's door Camille Van Puymbroeck