Chinezen gooien alles plat maar raken hun bomen niet aan
De Chinezen kampen met een enorme bevolkingsgroei in de steden. Om plaats te maken voor nieuwe wooninfrastructuur maakt de Chinese overheid vaak gebruik van meedogenloze onteigeningen waarbij oude en traditionele wijken sneuvelen ten koste van hypermoderne mastodonten van appartementsblokken. Alles moet wijken om plaats te maken voor nieuwe gebouwen... behalve bomen. Bij grote bouwprojecten en nieuwe infrastructuur koesteren de Chinezen hun oude bomen als hun dierbaarste goed. Zo gemakkelijk ze oude gebouwen platgooien, zo voorzichtig behandelen ze hun bomen.
Voor de Chinezen zijn de bomen een onmisbaar onderdeel van het stedelijke landschap geworden. De gevolgen zijn vele voorbeelden waarbij belangrijke wegeninfrastructuur slingert omheen groene plaatsen met bomen of gewoon eilandjes met daarin één enkele oude boom (zie foto). Zo heeft de hoofstad Peking maar liefst 40.000 bomen van meer dan 100 jaar oud, daarvan zijn er waarschijnlijk 6.000 meer dan 300 jaar oud. Overheidsambtenaren gaan vaak op pad om de bomen te bestuderen met nauwkeurig opgeschreven notities over hoe ze te beschermen. Momenteel werkt de stad aan een heus elektronisch identiteitssysteem voor oude bomen. Dat moet het gemakkelijker maken om het hele bomen-inventaris in kaart te brengen.
Ook zullen mensen in de buurt van bepaalde bomen in de toekomst met hun smartphone allerlei gegevens van de boom kunnen raadplegen, via elektronische chips die men in de bomen inplant. Deze chips zullen ook gebruikt worden om de politie te alarmeren wanneer iemand illegaal een boom omhakt of beschadigt. Daar kan je in China trouwens streng voor gestraft worden: zo werd in december nog iemand veroordeeld voor 2 tot 12 jaar voor het omhakken van een 600 jaar oude boom.