Congolese ‘Terminator' pleit onschuldig
Tegen Ntaganda lopen achttien aanklachten, waaronder moord, verkrachting, het gebruik van jonge meisjes als seksslavinnen en het inzetten van kindsoldaten. Hij pleit over de hele lijn onschuldig.
De Congolees-Rwandese rebellenleider vocht jarenlang voor verschillende rebellengroeperingen, net als voor het Congolese leger. Als commandant van de ‘Forces Patriotiques pour la Libération du Congo' (FPLC) speelde hij een centrale rol in het etnisch geweld in het noordoostelijke district Ituri.
Ntaganda wordt verantwoordelijk gehouden voor de dood van meer dan 800 burgers in de mineraalrijke regio in 2002 en 2003. Volgens ngo's kostte het conflict in Ituri in totaal aan meer dan 60.000 mensen het leven.
Tachtig getuigen
Tegen de rebellenleider, ook wel de ‘Terminator' genoemd, is bewijs verzameld van meer dan 2.000 slachtoffers. Het openbaar ministerie zal tijdens het proces meer dan 8.000 documenten voorleggen, en meer dan 80 getuigen worden opgeroepen. Het gaat onder meer om voormalige kindsoldaten.
De hoofdaanklager, Fatou Bensouda, had het in haar openingspleidooi over een van de getuigen die in een dorp in Ituri in een stapel lichamen zijn vrouw en vier kinderen terugvond. Eerst trof hij zijn zoon aan, een peuter die van zijn ingewanden was ontdaan en van wie de keel was doorgesneden. Zijn vrouw en andere kinderen waren op een gelijkaardige manier om het leven gebracht.
Straffeloosheid
Ntaganda richtte ook de militie M23 op, die in 2012 moordend en plunderend door Oost-Congo trok. In maart 2013 gaf hij zich in de Amerikaanse ambassade in Rwanda over. Hij was toen al zeven jaar op de vlucht voor het ICC.
De start van het proces tegen Ntaganda is een historisch moment voor het ICC. Mensenrechtenorganisaties juichen de rechtszaak tegen de oud-rebellenleider, die jarenlang het symbool was van de straffeloosheid in Afrika, toe.