Daarom hebben jongere mensen meer kans op bijwerkingen van het AstraZeneca-vaccin

Nu het AstraZeneca-vaccin in ons land (minstens) een maand enkel gegeven wordt aan mensen die ouder zijn dan 56 jaar, rijst de vraag hoe het komt dat jongere mensen meer kans op bijwerkingen hebben. Dat heeft wellicht te maken met een overreactie van het immuunsysteem.
door
koen.de.nef
Leestijd 1 min.

Gisteren heeft ons land beslist om het AstraZeneca-vaccin niet meer toe te dienen aan mensen die jonger zijn dan 56 jaar. In zeer zeldzame gevallen heeft het vaccin bij jongere mensen immers bijwerkingen veroorzaakt waarbij levensbedreigende bloedklonters ontstonden. Op de 25 miljoen mensen die wereldwijd met het AstraZeneca-vaccin ingeënt werden, stierven tot nu toe 18 mensen aan de gevolgen van bijwerkingen.

Zwakker immuunsysteem bij oudere mensen

Hoewel er nog veel onduidelijkheid is, heeft het wellicht te maken met een overreactie van het immuunsysteem bij jongere mensen. Oudere mensen hebben over het algemeen een zwakker immuunsysteem waardoor de kans op een ernstige reactie kleiner is. Ook valt op dat vooral jongere vrouwen last hebben van bijwerkingen. Dat zou verklaard kunnen worden door het feit dat er meer vrouwelijke zorgmedewerkers zijn en dus voornamelijk vrouwen ingeënt werden met het vaccin. Vrouwelijke hormonen kunnen ook een bijkomende factor zijn. Die zouden de immuunrespons immers sneller kunnen triggeren.