De beste excuses om niet te gaan werken (volgens bazen)!
Last van migraine na die druilerige eerste september of heb je een verkoudheid opgelopen door het gure weer? Denk er wel eventjes over na voordat je het gebruikt als een excuus om niet te gaan werken. Volgens een rondvraag van AXA PPP Healthcare, een Britse verzekeraar voor ziektekosten, bij duizend ondernemers, managers en directeurs in het Verenigd Koninkrijk wordt niet elke smoes aanvaard.
Uit de enquête blijkt dat 42 procent van de bazen de griep een geldige reden vindt om thuis te blijven. Dat wordt gevolgd door rugpijn en een verwonding door een ongeval, bij 38 procent van de chefs. Hoofdpijn of een verkoudheid liggen gevoeliger. Slechts één op vijf verantwoordelijken vindt dit een valabel excuus.
"Werkgevers moeten deze kortzichtige houding aanpakken, zowel zij als hun werknemers hebben daar baat bij", getuigt Glen Parkinson van AXA PPP Healthcare aan The Telegraph. "Vaak is het beter dat een werknemer een dagje thuisblijft om uit te zieken, dan dat die komt werken met verminderde productiviteit. Met de griep of een verkoudheid bestaat de kans bovendien dat de ziekte wordt overgedragen."
Hoewel psychische aandoeningen, zoals stress, depressie of een angstaandoening, door een derde van de verantwoordelijken aanvaard wordt, blijkt uit een gelijkaardige rondvraag bij duizend werknemers dat zij daar sneller over zullen liegen. Zeven procent zou liegen over rugpijn of de griep, terwijl veertig procent niet zou toegeven dat ze thuisblijven omwille van een depressie of een fobie.
Een op vier van de ondervraagde werknemers gaf aan te liegen omdat ze hun gezondheidsproblemen privé willen houden. Een ander kwart zei schrik te hebben om beoordeeld te worden door hun werkgevers, terwijl 15 procent liegt omdat ze denken dat de echte reden niet geloofwaardig is.
"Medeleven en flexibiliteit tonen wanneer je werknemers zich niet goed voelen, is cruciaal om je personeel gezond en geëngageerd te houden, wat op lange termijn tot een gezonder bedrijf leidt", aldus Parkinson.