De zorgsector heeft je nodig

door
marketing
Leestijd 2 min.

Geen sector die zoveel volk nodig heeft als de zorgsector. De volgende vijf jaar komen er maar liefst 200.000 nieuwe jobs bij

“Werkzekerheid is zeker geen probleem”, lacht Lon Holtzer. Zij is zorgambassadeur en drijvende kracht achter www.ikgaervoor.be een initiatief dat mensen warm wil maken voor een job in de zorgsector:

“Werken in de sector is eigenlijk een voorrecht. Als zorgverlener mag je ongelooflijk dicht bij mensen komen en met die mensen op weg gaan. De dankbaarheid die je in de sector krijgt is onwaarschijnlijk groot. Je wordt er als mens  rijker van. De meerwaarde zit ook in het multidiciplinaire, je werkt altijd in team en het is een sector die continu vernieuwt, elke dag is een andere dag. Het is dan ook een van de meest boeiende jobs die er zijn.”

Inleefmomenten

“We hebben veel mensen nodig,  maar we hebben vooral de juiste mensen nodig met het hart, de handen en het hoofd op de juiste plaats en met de juiste ingesteldheid om in de zorg te stappen. Eigenlijk kan je maar weten of werken in de zorg iets voor je is als je bij wijze van spreken een patiënt in zijn ogen hebt gekeken en gevoeld hebt wat dat met je doet. Daarvoor hebben we de inleefmomenten, je kan je inschrijven om eens een dag mee te lopen met een of ander zorgberoep. Dat is een succes, vorig jaar hadden we gemiddeld meer dan 150 mensen per maand die eens wilden meelopen. Aanvragen kunnen via de website www.ikgaervoor.be. ”

“Veel zij-instromers komen uit andere sectoren en zijn daar wat uitgekeken. Ze komen naar de zorgsector omdat ze naar eigen zeggen iets willen betekenen voor andere mensen. Soms ligt daar een persoonlijke ervaring aan de basis, nadat ze gezien hebben wat je in de sector kan betekenen voor mensen. Daar willen ze deel van uitmaken. Eenmaal de stap gezet is, beklagen ze zich het niet. De sector is één van de trouwste sectoren. Een op twee werknemers heeft maar één werkgever in heel zijn carrière. Het toont aan dat de mensen heel erg gemotiveerd zijn en dat ook blijven.”