Dit is hoe schepen zich bevoorraden in het midden van de oceaan
Schepen en matrozen van de U.S. Navy zijn altijd lang op zee. Een standaardmissie duurt normaal acht maanden, zonder dat het schip aan wal komt.
Maar het is onmogelijk om genoeg provisies te laden op een schip voor zo'n lange tijd. Daarom is herbevoorrading een belangrijke tak van de U.S. Navy.
Tijdens zo'n herbevoorrading krijgt een schip brandstof en voedsel, waardoor het veel langer kan overleven in het midden van de oceaan, zonder dat het langs een haven moet.
Dit herbevoorradingsproces en de technische precisie die er voor nodig is, is geweldig. Schepen moeten eerst naast elkaar gaan varen (foto boven) en aan exact dezelfde snelheid varen. Een kleine wijziging in snelheid of koers en de schepen kunnen botsen.
Nadat de schepen naast elkaar aan exact dezelfde snelheid varen, worden de kabels naar elkaar geschoten.
Die geschoten kabels worden bevestigd aan een stevigere kabel. De mariniers moeten die kabel over de afstand tussen de twee schepen trekken.
Aan de stevigere kabel zit nog een spandraad. Eens de kabels succesvol getrokken zijn, wordt die spandraad bevestigd voor stabiliteit.
Eens alles veilig op zijn plaats zit, kan de bevoorradingskabel getrokken worden over de spandraad. Die past perfect op het ontvangende schip en benodigdheden worden overgezet.
Herbevoorrading onderweg is een gevaarlijke procedure, zeker als een bevoorradingsschip aan twee schepen op het zelfde moment bevestigd is. De kapiteins van de schepen worden wel geleerd hoe ze moeten wegvaren in geval van nood, zonder botsingen maar er gaat dan waarschijnlijk wel voorraad verloren.
Een filmpje van een herbevoorrading