Dit is waarom er optimisten en pessimisten bestaan
Voor hun experiment gebruikten de onderzoekers muizen. De knaagdieren konden voor een beloning gaan, maar kregen dan wel een negatieve prikkel. Telkens wanneer ze een druppel sap dronken, blies er een zuchtje wind op hun snuit.
De onderzoekers vonden een evenwicht waarbij de muizen altijd kozen voor de beloning. Als de druppel sap groot genoeg was en de wind niet te sterk, kozen alle muizen ervoor om te drinken en de negatieve gevolgen erbij te nemen.
Dopamine
Daarop stimuleerden de wetenschappers een deel van de hersenen: de nucleus caudatus. Plotseling concentreerden de muizen zich op het negatieve aspect en kozen ze ervoor om de beloning links te laten liggen.
Door de nucleus caudatus te stimuleren, verstoorden de onderzoekers de dopamine-aanmaak. Dopamine is het hormoon dat verantwoordelijk is voor ons geluksgevoel. Vermoedelijk is dit deel van de hersenen actiever bij pessimisten dan bij optimisten.