Drie op de tien Vlamingen niet tevreden over aanpak coronacrisis

Ongeveer 30 procent van de Vlamingen vindt dat de overheid de coronacrisis niet goed heeft aangepakt. Dat blijkt uit de COVID-19-bevraging van Statistiek Vlaanderen. Zo’n 18 procent is wel tevreden over de aanpak, terwijl 44 procent de aanpak noch slecht noch goed noemt.

door
Online redactie
Leestijd 2 min.

Wat te tevredenheid over de Belgische aanpak van de coronacrisis betreft zijn mannen kritischer dan vrouwen. Bij de mannen vindt 33 procent dat de crisis slecht werd aangepakt, terwijl het bij de vrouwen gaat om 26 procent.

Ook is er een verschil per leeftijdsgroep. Zo ligt het het aandeel dat de aanpak negatief beoordeelt het hoogst bij de groep van 18 tot 24 jaar (40 procent) en het laagst bij de 75-plussers (18 procent). De negatieve beoordeling van het overheidsoptreden daalt dus met de leeftijd, maar pas vanaf 65 jaar ligt het aandeel dat de overheidsaanpak als goed beschouwt, hoger dan het aandeel dat de aanpak slecht vindt.

Scholingsniveau

Er zijn verder opvallende verschillen naar ’huishoudpositie’. Personen die inwonen bij hun ouders zijn het vaakst van mening dat de crisis slecht werd aangepakt (37 procent). Dat aandeel ligt bij hen vier keer hoger dan het aandeel dat de aanpak goed vindt (9 procent). Ook bij personen die met een partner en kinderen samenwonen ligt het aandeel critici relatief hoog met 34 procent. Daarna volgen de alleenstaande ouders (31 procent). Alleenwonenden en mensen die met een partner maar zonder kinderen samenwonen, zijn het minst kritisch.

Hoewel de aanpak van de overheid kritisch beoordeeld wordt, denkt bijna driekwart (72 procent) van de bevraagden dat de opgelegde maatregelen helpen om de verspreiding van het coronavirus te beperken.

Hoe ouder, hoe vaker men overtuigd is van de doeltreffendheid van de maatregelen. Bij de 65-plussers ligt dat aandeel op 80 procent, bij de 18- tot 24-jarigen op 63 procent. Dat aandeel neemt ook toe met het scholingsniveau: bij de laaggeschoolden is 65 procent van mening dat de richtlijnen helpen, bij de hooggeschoolden gaat het om 83 procent.