Een jongere op drie zou niet in bedrijf werken dat religieuze symbolen toelaat

Bijna 30% van de jongeren (17-28 jaar) zou niet voor een privébedrijf werken dat expliciete uitdrukkingen van religieuze diversiteit - zoals een hoofddoek of keppeltje - toelaat. Dat blijkt uit een studie in opdracht van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO).
door
Xavier
Leestijd 1 min.

Het VBO organiseerde gisteren zijn derde 'Young Talent in Action XXL', een evenement waarvoor meer dan 2.400 jongeren naar Bozar in Brussel afzakten. Ze konden er praten met bedrijfsleiders, luisteren naar jong talent of leren welke (digitale) vaardigheden belangrijk zijn. Het VBO wil zo jongeren en de arbeidsmarkt dichter bij elkaar brengen.

Naar aanleiding van het evenement liet het VBO een enquête uitvoeren bij 814 jongeren tussen 17 en 28 jaar. Er werd gepeild naar de verwachtingen van jongeren en werkgevers op de arbeidsmarkt. Een van de onderwerpen in de studie is het diversiteitsbeleid van de bedrijven. Daaruit blijkt dat 29,3% van de 665 ondervraagde jongeren die de vraag beantwoordden, zou passen voor een bedrijf dat hoofddoeken, keppeltjes of tulbanden toelaat. Van de tegenstanders zegt 64,1% dat ze de religieuze uitdrukkingen liever niet zien omdat dit voor hen ingaat tegen het neutraliteitsprincipe.

Voorkeur voor genderquota

De jongeren gaven ook hun mening over genderquota: 63,8% is voor, 36,2% is tegen. Bij de vrouwen is 72% voor, tegen 56% bij de mannen. Van de 110 ondervraagde werkgevers zegt maar 3% momenteel met genderquota te werken. Minder dan de helft van de werkgevers denkt dat jongeren positief staan tegenover genderquota.