Een op vier zwangerschappen eindigt in abortus

In de geïndustrialiseerde landen is het aantal abortussen de voorbije 25 jaar bijna gehalveerd. In 1990 braken 46 op de 1.000 vrouwen tussen de 15 en 45 jaar er hun zwangerschap af, in 2004 waren dat er 27. Die cijfers staan evenwel in schril contrast met de ontwikkelingslanden, waar het aantal abortussen binnen dezelfde leeftijdscategorie vrijwel gelijk bleef: van 39 naar 37 per 1.000 vrouwen.

Volgens hoofdonderzoeker Gilda Sedgh is de daling van de abortuscijfers in de industrielanden grotendeels toe te schrijven aan het toenemende gebruik van anticonceptiemiddelen. Sinds de jaren 80 hebben vrouwen meer de controle gekregen om zelf te bepalen hoeveel en wanneer ze kinderen krijgen. In ontwikkelingslanden daarentegen hebben is het gebruik van voorbehoedsmiddelen «veel minder normaal.»

Een andere conclusie is dat in landen met een anti-abortuswetgeving niet meer abortussen worden uitgevoerd in vergelijking met landen waar dit legaal is. In landen waar abortus verboden is of alleen wordt toegestaan aan vrouwen in levensgevaar beëindigde 37 op de 1.000 vrouwen hun zwangerschap. In landen waar de vrouw de keuzemogelijkheid heeft, laten 34 op de 1.000 vrouwen een abortus uitvoeren. «De logische interpretatie is dat het criminaliseren van abortus vrouwen niet tegenhoudt, maar hen naar illegale klinieken drijft. Maar deze simpele uitleg gaat voorbij aan alle vrouwen die door het gebrek aan legale opties tegen hun zin de zwangerschap uitdragen», aldus Sedgh in The New York Times.

Het hoogste en het laagste aantal abortussen is te vinden in landen met een liberale regelgeving. In West-Europa worden er relatief weinig uitgevoerd: 21 op 1.000 vrouwen. Oost-Europa kent wereldwijd het hoogste cijfer, al is dat het hardst gezakt: van 88 op 1.000 vrouwen in 1990 naar 42 in 2014.

Foto AFP / D. Angerer