Eerste sectorakkoorden in metaal gesloten
In de sectoren van de non-ferro en de edele metalen zijn vakbonden en werkgevers tot een ontwerp van sociaal akkoord gekomen voor de komende twee jaar, inclusief de verlenging van een hele reeks maatregelen die brugpensioen en landingsbanen mogelijk houden. Dat is vernomen van ACV Metea-voorzitter William Van Erdeghem. Vakbonden en werkgevers in ons land sloten eind februari een interprofessioneel loonakkoord (IPA). De overeenkomst werd door de achterban van de socialistische vakbond afgeschoten, maar de regering nam de stijging van de lonen met maximaal 1,1 procent over en binnen de Nationale Arbeidsraad (NAR) werden CAO's gesloten over de uitvoering van de rest van het loonakkoord.
Na het sluiten van een interprofessioneel akkoord verschuift het overleg traditioneel naar de sectoren. Deze week werden de eerste ontwerpakkoorden bereikt, met name in de sectoren van de non-ferro (bijvoorbeeld Umicore) en de edele metalen. "Alles samen goed voor enkele duizenden werknemers", aldus Van Erdeghem, voorzitter van de christelijke metaalvakbond.
Als gevolg van de akkoorden stijgen de lonen van de werknemers de komende twee jaar met 1,1 procent, idem voor de minimumlonen. Ook een soepele regeling rond brugpensioen en landingsbanen blijft mogelijk voor de werknemers uit de sectoren. Zo blijft het voor de lange loopbanen en zware beroepen mogelijk om nog 2,5 jaar lang (tot eind juni 2021) op 59 jaar op brugpensioen te gaan. Voor bedrijven in moeilijkheden en in herstructurering wordt de brugpensioenleeftijd opgetrokken van 56 naar 58 jaar in 2019, naar 59 jaar in 2020 en naar 60 jaar eind 2020, zoals overeengekomen in het IPA. Landingsbanen blijven dan weer mogelijk op 55 jaar voor wie vier vijfde wil werken, vanaf 57 jaar voor wie halftijds wil werken.
De vakbond toont zich vooral tevreden met de soepele regeling voor brugpensioen en landingsbanen. "Maar ook voor de werkgevers in de bedrijven is dit nooit een probleem geweest", benadrukt Van Erdeghem.
bron: Belga