«Er kan en zal een vierde prik komen»

«Er kan en zal een vierde prik komen.» Dat zei biostatisticus Geert Molenberghs (Universiteit Hasselt en KU Leuven) bij een gedachtewisseling in het Vlaams Parlement. Hij werd bijgetreden door viroloog Johan Neyts. «Ik ben de laatste maanden fel geëvolueerd in mijn denken daarover», zei de wetenschapper van het Rega Institute for Medical Research aan de KU Leuven.

door
Redactie Online
Leestijd 2 min.

De vierde prik zal er komen, maakte Molenberghs zich sterk, omdat de derde prik nog niet specifiek is aangepast aan de omikronvariant. In de toekomst zullen wellicht ook nog andere aanpassingen nodig zijn. «We gaan er niet in slagen om met de boosters de besmettingen volledig stil te leggen,» zei hij, «maar je ziet de hele belangrijke effecten voor hospitalisatie, intensieve zorg en mortaliteit. Daar is het om te doen. Voor de rest hebben we bijkomende maatregelen nodig.» Molenberghs vermoedt dat de mondmaskers en het beperken van de contacten daarom nog regelmatig zullen terugkeren.

Universeel vaccin

Ook Johan Neyts verwacht dat er nog vaccinatierondes zullen volgen na de derde prik. «Ik vrees van wel», zei hij gisteren. «Pfizer en Moderna zijn bezig met de aanpassing van hun vaccins. Men verwacht dat men daar begin maart mee klaar is.» De viroloog denkt evenwel niet dat dat er voor elke nieuwe variant een nieuw vaccin zal moeten worden ontwikkeld. «Met de tijd zal het wellicht mogelijk zijn om een meer universeel Covid-vaccin te ontwikkelen. Er is al heel wat kennis over hoe je antistoffen kan ontwikkelen die breder coronavirussen kunnen neutraliseren.»

Kwetsbaren beschermen

Daarnaast ziet Neyts veel heil in de medicijnen tegen Covid, omdat uit de eerste tests blijkt dat daartegen slechts heel traag resistentie wordt ontwikkeld. «Mijn aanvoelen is dat we in 2022 de antivirale middelen vooral moeten voorbehouden voor de meest kwetsbaren. Dan zien we wel hoe we dat verder uitrollen in 2023.»

Beide professoren toonden zich in het parlement verder voorstander van de maatregelen bij lagereschoolkinderen, zoals de mondmaskers en een mogelijke vaccinatie. «Als gevolg van de mondmaskers zien we heel duidelijk dat de oplopende curve tussen twee jaar en tien tot elf jaar afgetopt is», zei Molenberghs.