‘Finding Dory', het langverwachte vervolg op ‘Finding Nemo'

Dertien jaar is het inmiddels al geleden dat ‘Finding Nemo' de bioscoopzalen binnenzwom. En toch zat de wereld vandaag blijkbaar nog steeds te wachten op een vervolg. ‘Finding Dory', met deze keer de vergeetachtige vis Dory in de hoofdrol, beleefde in Amerika een droomstart: nooit eerder gingen zoveel mensen op een weekend tijd naar een animatiefilm kijken. Hoe doen ze het toch, daar bij Pixar? Metro vroeg het aan regisseur Andrew Stanton (‘Wall-E', ‘Finding Nemo') en producente Lindsey Collins.
door
Liesbeth
Leestijd 4 min.

Sequels zijn meestal slappe afkooksels van het origineel, maar niet bij Pixar: ‘Toy Story 3' wordt bijvoorbeeld tot de allerbeste Pixarfilms gerekend, en ook ‘Finding Dory' is een schot in de roos. Wat is het geheim van een goed vervolg?

Andrew Stanton: "Jezelf als filmmaker het leven heel erg zuur maken. (lacht) Hard werken, en je omringen met kritische mensen. Bij Pixar zijn wij zelf onze eigen grootste critici. We hebben bijzonder hoge standaarden. Als we een sequel maken, willen we zeker zijn dat we écht iets te vertellen hebben."

Waarom wilden jullie zo graag nog meer vertellen over Dory?

Stanton: "Omdat ik ten tijde van ‘Finding Nemo' (waarvan Stanton ook coscenarist en -regisseur was, red.) eigenlijk al een hele voorgeschiedenis voor haar had bedacht, die ik ook erg boeiend vond. Ik wist toen al dat Dory haar ouders was kwijtgeraakt en het grootste deel van haar leven in de oceaan had rondgezworven. Dat ze zich niet meer veel details herinnerde over haar ouders, maar wel met een knagend gevoel van verlating en verlies zat. Dat overkomt veel geadopteerde kinderen: ze voelen zich afgewezen en worstelen met onbeantwoorde vragen. We zijn dan ook uitgebreid gaan praten met adoptie-experts. Aanvankelijk ging het verhaal nog veel letterlijker over adoptie. De ouders van Dory zouden ook aan geheugenverlies lijden, en zelfs een ander visje in huis hebben genomen als vervanging voor Dory. Waardoor Dory zich natuurlijk gekwetst zou voelen. Maar dat werd te ingewikkeld. En het was ook gewoon vervelend dat echt niemand zich iets kon herinneren." (lacht)

Het geheugenverlies van Dory, dat in ‘Finding Nemo' enkel om te lachen was, wordt in deze film dus wel veel ernstiger.

Stanton: "Ja. Ten tijde van ‘Finding Nemo' besefte ik niet dat Dory een metafoor zou worden voor mensen met een handicap, of zelfs voor iedereen die zich belemmerd voelt door een of ander gebrek. Dat vond ik zo'n rijk thema dat ik het niet kon negeren. Voor andere films zit je soms maanden te zoeken naar dat soort verhalen, en hier zat het gewoon al besloten in het pakket van ‘Finding Nemo'! Alleen had een of andere domme scenarist er toen niets mee gedaan." (lacht)

Hebben jullie met ouders van andersvalide kinderen gesproken om Dory's situatie zo realistisch mogelijk te maken?

Lindsey Collins: "Heel wat mensen die aan de film meewerkten, hebben zelf kinderen die worstelen met beperkingen. Zij waren ons kompas. Soms zeiden ze heel eerlijk: ‘Nu moeten we opletten dat Dory niet te onnozel gaat overkomen.' Want we wilden vooral haar levenswijsheid en haar intelligentie in de verf zetten."

Stanton: "Mensen met een handicap zijn in het algemeen heel sterk. Vanaf dag één moeten ze vechten tegen moeilijke omstandigheden. Dat maakt hen al veel vroeger strijdvaardig en gehard dan andere mensen. Daar moesten we ook onszelf even aan herinneren. Bij het schrijven hadden we Dory eigenlijk een beetje onderschat. Dat merkten we toen we de dialogen begonnen op te nemen met Ellen DeGeneres, die haar stem inspreekt. We beseften al heel snel dat Dory door al die jaren overleven in de oceaan een stuk snuggerder moest zijn dan we haar aanvankelijk geschreven hadden."

De technologie is sinds ‘Finding Nemo' enorm geëvolueerd. Was het makkelijker om ‘Finding Dory' te maken?

Stanton: "O ja, we moesten nu alleen nog maar op een knopje duwen, en klaar is kees!" (lacht)

Collins: «Ten tijde van ‘Finding Nemo' waren computers veel minder sterk. Dat zorgde voor enorm veel beperkingen. We konden heel wat zaken niet in beeld brengen, omdat het gewoon te moeilijk was. Toen moesten we dus vaak keuzes maken in functie van wat er wel of niet mogelijk was. Die beperking is nu zo goed als weggevallen.»

Stanton: "Vroeger kon je maar een beperkt aantal shots echt sexy maken. Nu is de hele film sexy." (lacht)

‘Finding Nemo' had een ecologische boodschap, maar de populariteit van hoofdpersonage Nemo bracht de clownvis wel in gevaar: de verkoop van clownvissen steeg met maar liefst 40% steeg. Dat kan nu opnieuw te gebeuren met de Picasso doktersvis – de soort waar Dory toe behoort. Doen jullie iets om dat te voorkomen?

Stanton: "Maar wat kunnen we doen? Er lopen nu eenmaal veel domme mensen rond... Maar ik denk niet dat we ons zorgen moeten maken. De wereld is intussen wel wat slimmer geworden wat dat betreft."

Pixarfilms gaan diep vanbinnen altijd over serieuze en relevante onderwerpen. Overwegen jullie na de tragedie in Orlando niet om eens een homoseksueel hoofdpersonage op te voeren?

Stanton: "Dat zou zeker kunnen. Wanneer we het juiste verhaal gevonden hebben. Want bij Pixar maken we geen films over hete hangijzers, wel over personages."

Collins: "Als een van onze scenaristen een meeslepend verhaal weet te schrijven over een homoseksueel personage, dan zal iedereen daar achter staan. Maar we beslissen nooit in functie van: ‘wat zal de impact van dit verhaal zijn?'."

Stanton: "Als we het doen, dan zal het niet zijn omdat de actualiteit het opdringt, maar wel omdat een van onze filmmakers in zijn leven iets heeft meegemaakt dat daarmee te maken heeft, en dus een verhaal te vertellen heeft. Het verhaal komt altijd eerst."

Door Lieven Trio


‘Finding Dory' een spin-off van de prachtige animatiefilm ‘Finding Nemo': Dory, het vergeetachtige blauwe vriendinnetje van clownvis Marlin, was in 2003 een grappige sidekick, maar heeft nu de hoofdrol aan de haak geslagen in haar eigen film. Alleen klinkt dat woord ‘spin-off' zo lelijk: het doet pure hebzucht en een schrijnend gebrek aan inspiratie vermoeden.

Nu is het zeker zo dat Pixar de laatste jaren iets te vaak sequels boven nieuwe verhalen verkiest, en uiteraard wist iedereen op voorhand dat deze film veel geld in het laatje zou brengen. Maar je kan niet zeggen dat de studio haar taak niet ernstig heeft genomen: ‘Finding Dory' is een film met een hart, en zou perfect los van ‘Finding Nemo' kunnen bestaan.

De basiselementen van de plot – ouders en kinderen, een zoektocht door de oceaan, een aquarium als eindbestemming – zijn bijna identiek aan het origineel, maar met intieme thema's als adoptie en omgaan met een handicap heeft regisseur-scenarist Andrew Stanton (‘Wall-E') wel een frisse insteek gevonden.

De onderwaterwereld ziet er vandaag nog overweldigender uit dan dertien jaar geleden, en ook al is de verwondering van de eerste keer een beetje weg, wat ons betreft wordt dat ruimschoots gecompenseerd door een paar heerlijke nieuwe personages. Vooral de norse inktvis Hank zal je kroost doen kirren van plezier. Voelen we daar nóg een spin-off komen? Wellicht zouden we gewoon weer gaan kijken naar ‘Finding Hank' – weliswaar vurig hopend dat Pixar daarna opnieuw zou uitpakken met een écht meesterwerk à la ‘Inside Out'.

Foto's Pixar