'Generation What' laat jongeren aan het woord
De openbare omroep maakt zich sterk dat het de eerste keer is dat op zo'n grote schaal een generatie Europese jongeren deelneemt aan een interactief online onderzoek. In 2013 werd al een gelijkaardige enquête, Generation Quoi', gelanceerd in Frankrijk. Daaraan namen 230.000 jongeren deel.
Aan dit project nemen nu 12 Europese landen deel: Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, België, Spanje, Italië, Ierland, Luxemburg, Nederland, Wales, Griekenland en de Tsjechische Republiek. De bedoeling is om een beter beeld te krijgen van de zogenoemde generatie Y'.
Jongeren tussen 18 en 34 jaar worden uitgenodigd om de 149 vragen van de enquête in te vullen op de website. «Het is in de eerste plaats een groot mediaproject», zegt projectmanager Kathy Lindekens. «Maar tegelijk is het een grootschalig sociologisch onderzoek. We willen peilen naar de ambities, de hoop en de angsten van deze generatie. Europese sociologen zullen alle ingevulde gegevens en cijfers analyseren.» De resultaten uit alle deelnemende landen worden in real time gebundeld op de website.
Vlaams minister van Jeugd en Media Sven Gatz (Open Vld) steunt het project. «We rekenen massaal op de inzet van de Europese jongeren. Zij zullen Europa de komende jaren mee vormgeven», klinkt het. Tegen de zomer zouden zo veel mogelijk jongeren de enquête ingevuld moeten hebben. Het Jeugd Onderzoeks Platform (JOP) zal alle gegevens onderzoeken en de resultaten volgen in het najaar. «Het is de bedoeling dat we op basis van de enquête en het onderzoek later beleidsbeslissingen nemen», benadrukt Gatz.
Op de website van het project staan ook 21 portretten met getuigenissen van Belgische jongeren, die de vragen beantwoorden voor een camera. Deze video's worden gekoppeld aan infographics met de data die al zijn verzameld via de enquête. Verder zijn er 21 themaportretten van Europese jongeren, samengesteld uit de getuigenissen van de jongeren uit alle deelnemende landen die werden geïnterviewd. De deelnemers kunnen hun antwoorden ook steeds vergelijken met die van andere jongeren in Europa.
Lindekens benadrukt tot slot dat het project niet alleen voor hooggeschoolden is. «Alle soorten jongeren moeten aan bod komen.»