Hadj gaat van start in Mekka
De hadj is voor alle moslims een religieuze plicht. Als ze daar fysiek en financieel toe in staat zijn, moeten ze de pelgrimstocht minstens één keer in hun leven ondernemen.
Tijdens de vijf dagen durende hadj stappen de pelgrims in de voetsporen van de profeet Ibrahim, die bij joden en christenen beter bekend is als Abraham. Voor ze in Mekka aankomen, moeten de pelgrims een staat van spirituele reinheid of ihram' aannemen. Er komen specifieke kledingvoorschriften bij kijken, waardoor er tussen de pelgrims geen onderscheid meer bestaat tussen wie rijk en wie arm is.
De pelgrimstocht zelf begint met de tawaaf', waarbij de deelnemers zeven keer rond de Kaäba lopen (foto). Moslims geloven dat het kubusvormige gebouw in de Grote Moskee in Mekka door Ibrahim en zijn zoon Ismail is gebouwd. Vandaar gaat de tocht verder naar de woestijnplaats Mina en de berg Arafat. Hier zou de profeet Mohammed kort voor zijn dood zijn laatste preek hebben gegeven. De hadj eindigt in Mekka, waar de pelgrims opnieuw zeven keer rond de Kaäba lopen.
Een van de laatste onderdelen van de hadj is het Offerfeest, dat tegelijkertijd ook door de rest van de islamitische wereld wordt gevierd. Tijdens Eid al-Adha, zoals het feest ook wordt genoemd, wordt de bereidheid van Ibrahim herdacht om zijn zoon in opdracht van God te offeren.