Hiken in Nieuw-Zeeland wordt flink duurder

Reizigers met een internationaal paspoort betalen vanaf oktober 2018 dubbel zoveel als locals om bepaalde hutten en kampeerplekken te huren. De prijs van accomodaties langs de zogenoemde negen ‘great walks' gaat voor buitenlandse toeristen fors de hoogte in. De overheid probeert zo meer geld op te halen om de wandelpaden te onderhouden. "De ‘great walks' zijn eersteklas wandelroutes die door een uniek en spectaculair landschap slingeren. Ze werken als een magneet voor buitenlandse bezoekers", aldus minister van Natuurbehoud Eugenie Sage.

Op zoek naar drie miljoen

Slapen in een hut langs het Milford Track, één van de bekende wandelpaden, zal vanaf oktober 140 dollar kosten voor een gezin, of zo'n 120 euro. Voor inwoners van Nieuw-Zeeland blijft die prijs schommelen rond de 70 dollar, of ongeveer 60 euro. Voor minderjarige inwoners van het land is zo'n overnachting trouwens gratis. Die prijsverhoging is wel nodig, want op dit moment investeert de overheid meer geld in de wandelpaden dan dat ze eruithaalt. Tijdens de proefperiode van zeven maanden hoopt de minister bijna 3 miljoen dollar meer (ongeveer 2,5 miljoen euro) op te halen om de paden te onderhouden. "Zo behouden we ook een eerlijke prijs voor de Nieuw-Zeelanders zelf", benadrukt de minister nog.

Extra toeristentaks

Elk jaar stappen ongeveer 120.000 reizigers over een of meer van de wandelpaden, weet De Standaard. Zestig procent daarvan zijn buitenlandse reizigers. De regering hoopt zo haar inkomsten te verhogen op de rug van de lucratieve toeristenbusiness. Over vijf jaar zouden volgens voorspellingen bijna vijf miljoen buitenlanders het land aandoen. Naast de prijsverhoging op de ‘great walks' is er ook sprake van een extra toeristentaks van 25 dollar (ruim 21 euro), maar wanneer die er komt en hoe die er juist gaat uitzien, is voorlopig nog onduidelijk.