Hoe veelvuldig vergaderen ons de das omdoet

Meetings zijn een van de hoekstenen van het moderne bedrijfsleven. Ze maken overleg mogelijk en zorgen ervoor dat iedereen op z'n minst een beetje inspraak heeft. Maar wie geregeld vergadert tijdens de werkuren, weet hoe tijdrovend en zenuwslopend die meetings kunnen zijn. En nu blijken ze ook nog eens ongezond.
door
camille.van.puymbroeck
Leestijd 2 min.

Jullie zitten met z'n tienen te zwoegen in een kleine, afgesloten ruimte. Minuten worden uren en de spanning loopt hoog op. Mensen winden zich op en dat gaat hier en daar gepaard met wat gezweet en gepuf. Pas wanneer je de ruimte verlaat, besef je hoe verstikkend de sfeer daarbinnen was en hoeveel deugd het doet om even "buiten" te komen.

Afgesloten kantoorgebouwen

De voorbije jaren werd er heel wat onderzoek gedaan naar de luchtkwaliteit in vergaderruimtes. Het CO2-gehalte loopt in een vergaderzaal al snel op en dat blijkt een cruciale invloed te hebben op onze geest. De schadelijke gevolgen van luchtvervuiling buiten zijn al lang gekend, maar de lucht in kantoorruimtes is allesbehalve onschuldig. Gebouwen zijn tegenwoordig vaak goed geïsoleerd en hoewel dat enerzijds positief is voor factoren zoals omgevingswarmte, betekent het anderzijds ook dat schadelijke stoffen minder makkelijk ontsnappen naar de buitenwereld. Denk daarbij aan CO2, chemische stoffen afkomstig van nieuw meubilair en tapijten. CO2 wordt daarbij gezien als de minst gevaarlijke voor het lichaam, maar ons denkvermogen blijft niet gespaard van de gevolgen.

Testen

Doordat het CO2-aandeel in kleine, afgesloten ruimtes (zoals vergaderzalen) zo hoog is, gebeurt er heel wat in onze hersenen. De bloedvaten in ons brein zetten uit, de neuronale activiteit keldert en onze verschillende hersendelen gaan minder communiceren. Ongeveer tien jaar geleden voerden William Fisk, mechanisch ingenieur bij de Lawrence Berkeley National Laboratory, en zijn collega's een interessant experiment uit. Ze zetten hun proefpersonen in verschillende ruimtes, waar het CO2-gehalte varieerde van 600 tot 2.500 deeltjes per miljoen. Vervolgens moesten ze daar testen afleggen. Wat bleek? De concentratie CO2 had een enorme invloed op hun prestaties. Testpersonen hadden het vooral moeilijk om beslissingen te maken. Makkelijke taken hadden minder te lijden onder de CO2-concentratie, maar hoe moeilijker de test, hoe groter de impact. Omdat de resultaten zo interessant waren, deed een team van Harvard-onderzoekers eenzelfde soort studie in 2016. Hun resultaten bevestigden die van Fisk.

Er moet wel een kanttekening gemaakt worden bij de testen. Onderzoekers keken immers nooit naar de stresslevels van de proefpersonen. Het is dan ook mogelijk dat vooral de combinatie van stress en CO2 een grote impact heeft op ons denkvermogen, maar daarover bestaat voorlopig nog geen duidelijkheid. Het is alleszins aan te raden om volgende keer, wanneer jullie druk aan het brainstormen zijn, eens een raam (of vijf) open te zetten. Wie weet komt de inspiratie dan wel vanzelf aanwaaien.