Icìar Bollaín: "De jeugd is niet kwaad genoeg, ik wil ze wakker schudden"

Wanneer regisseuse Icíar Bollaín over de crisis in Spanje vertelt, hoor je verontwaardiging en boosheid in haar stem. Die woede ziet ze zelf te weinig bij de Spaanse jeugd. Daarom laat ze de rebelse Alma in haar nieuwe film ‘El Olivo' het goede voorbeeld geven: haar reis naar Duitsland om de eeuwenoude olijfboom van haar familie terug te claimen, is een symbolische daad van protest.
door
Mare
Leestijd 5 min.

‘El Olivo' is het verhaal van een familie, maar tegelijk het portret van een land. Had u het vanaf het begin zo opgevat?

Icíar Bollaín: "Ja. Het scenario is van mijn partner Paul Laverty (de vaste scenarist van Ken Loach, red.). Die had in de krant een bericht gelezen over eeuwenoude olijfbomen uit de provincie Castellón die werden uitgegraven en naar het buitenland verstuurd. Dat idee choqueerde hem: zo'n boom werd misschien nog door de Romeinen geplant, werd al 2000 jaar lang verzorgd door de locals en gaf hen al even veel jaar olijfolie. En dan komt er plots iemand met geld, die zegt: ‘Die wil ik.' Om hem vervolgens in de lobby van zijn bedrijf te zetten. Daar kon Paul echt niet bij. Die olijfboom werd dus het vertrekpunt van dit verhaal, en het was bovendien een goeie metafoor voor onze kapitalistische samenleving, voor wat er met het milieu aan de hand is, maar ook specifiek voor wat er de laatste jaren met Spanje gebeurd is."

Paul Laverty is een Schot: waarom wou hij zo graag iets over de Spaanse crisis vertellen?

"Paul en ik wonen nu vier jaar in Edinburgh, maar we hebben wel 14 jaar samen in Spanje gewoond. Paul heeft dus met eigen ogen de groei van de Spaanse economie gezien, en vervolgens de implosie. Spanje leeft al jaren in een enorme onzekerheid. Ik heb neven en nichten die maar geen job vinden. Eentje is afgestudeerd als ingenieur en toch moet ze zich tevreden stellen met een administratief baantje in een tuincentrum. Een 26-jarige ingenieur die plantjes verkoopt... Mijn schoonbroer heeft dan weer de helft van zijn loon moeten inleveren: hij werkt nog exact even veel uren als vroeger, maar krijgt daar gewoon veel minder voor. Die algemene verarming zagen we in Spanje overal om ons heen."

Het feit dat de olijfboom van Alma's familie uitgerekend naar Duitsland is weggevoerd, lijkt me ook niet helemaal toevallig.

"(lacht) Dat klopt. Er zijn olijfbomen verstuurd naar de verste uithoeken van de wereld: China, het Midden-Oosten... Er staan er ook in Madrid, in de hoofdzetel van de Banco Santander. Maar wij hebben voor Duitsland gekozen. Ten eerste omdat we wilden dat de personages een reis ondernamen. Die mocht niet te lang of te kort zijn, dus Duitsland lag sowieso op een goeie afstand. Maar het heeft voor Spanjaarden ook een speciale betekenis: Duitsland is het land dat ons al jaren een besparingspolitiek oplegt. Zij hebben onze banken gered, en die enorme schuld zijn we nog altijd aan het afbetalen. Dat weegt op het collectieve gemoed. Als Alma en haar familie naar België waren getrokken, had dat niet dezelfde weerklank gehad."

Het contrast tussen de Spaanse en de Duitse mentaliteit is ook groot in de film: het idealisme van Alma stuit op onbegrip bij haar Duitse leeftijdsgenoten. Die vinden haar naïef.

"Ja, en eigenlijk hebben ze gelijk. (lacht) Wat Alma doet ís absurd. Ze heeft geen plan, ze komt een boom claimen waarvoor dat bedrijf eerlijk heeft betaald. Eigenlijk is ze een soort Don Quichot: ze vecht tegen windmolens. Maar anderzijds, als je niets probeert, zal er ook niets veranderen."

Is dat de boodschap die u aan de Spaanse jeugd wil meegeven?

"Ja. Het heeft geen zin om bij de pakken te blijven zitten. Dan blijft alles zoals het was. Non-conformisme is altijd nuttig, ook al bereik je je doel niet. Het feit alleen al dat Alma iets onderneemt, hoe waanzinnig ook, maakt iets los. Ze brengt verandering teweeg."

Hebt u indruk dat de jeugd teveel het hoofd laat hangen?

"Ik vind dat Spaanse jongeren bozer zouden mogen zijn, als je kijkt naar wat ze allemaal moeten verduren. Jongeren als Alma hebben tijdens hun tienerjaren niets anders dan economische miserie gekend, en ook de toekomst ziet er weinig rooskleurig uit: de helft van de mensen onder 25 jaar is werkloos. De helft! Dat betekent dat jongeren van vandaag niet moeten hopen om snel op eigen benen te kunnen staan en een waardig loon te verdienen. Er zijn er natuurlijk wel die in opstand komen – kijk naar de Indignados-beweging of naar de vele jongeren die de partij Podemos steunen. Maar in het algemeen verbaast het me hoe weinig een deel van de jeugd begaan lijkt met de maatschappelijke toestand. Met deze film hoop ik hen een beetje wakker te schudden: hen aan te zetten om op straat te komen en hun woede uit te schreeuwen."

Lieven Trio


Crisisfilms zijn intussen zowat een genre op zich geworden. Meestal focussen ze op de VS (‘The Big Short', '99 Homes', enz.), maar ook over Spanje valt heel wat te vertellen. In ‘El Olivo' toont regisseuse Icíar Bollaín (‘Te Doy Mis Ojos') een land dat volledig is platgeslagen door jaren van besparingen en werkloosheid. Maar zolang de jeugd blijft terugvechten, is er licht aan het einde van de tunnel. Die boodschap wordt op nogal nadrukkelijke wijze belichaamd door Alma (Anna Castillo), een jonge Spaanse wier jeugd is getekend door de crisis. Haar dierbare grootvader maakte ambachtelijke olijfolie, maar om de familie van het faillissement te redden, moest hij zijn tweeduizend jaar oude olijfboom aan een Duits bedrijf verpatsen – Spanje in de zak van economische grootmacht Duitsland, heb je hem? Sindsdien gaat het slecht met opa en idealistische Alma neemt zich dan ook voor om de boom te gaan terughalen in Düsseldorf. Scenarist Paul Laverty, bekend van de al even sociaal geëngageerde films van Ken Loach, toont zich van zijn meest naïeve en minst subtiele kant. Hij begraaft het verhaal onder een dikke laag symboliek, en zijn metaforen zijn niet bepaald extra vierge. Zoals wanneer Alma's oom een replica van het Vrijheidsbeeld aan diggelen slaat – Amerika, boegbeeld van ongebreideld kapitalisme, heb je hem? Een film die interessanter is om over na te praten dan om naar te kijken.