"Ik vind geen lief omdat ik te knap ben"
De laatste relatie van de receptioniste uit Londen dateert al van 2003. Toen liep de relatie van Dawn Cousins met de vader van haar vier kinderen op de klippen. De vrouw dacht dat ze wel snel een nieuwe knaap aan de haak zou slaan, maar het tegenovergestelde is waar. "Ondertussen zijn we veertien jaar verder en mijn liefdesleven staat nog steeds op een laag pitje. Ik begin stilaan te panikeren", vertelt ze aan The Sun.
De oorzaak voor haar single bestaan? Ze heeft al 44 jaar op de teller staan, maar ziet er naar eigen zeggen uit als een vrouw van 22. "Soms wou ik dat ik er wat minder goed uitzag", klaagt Cousins. "Dan zou ik tenminste het juiste type aantrekken, iemand waarmee ik mijn leven kan delen. Nu willen ze mij enkel voor mijn uiterlijk, niet voor mijn persoonlijkheid."
Problemen
Niet alleen trekt de onfortuinlijke Britse verkeerde types aan, haar schone verschijning zadelt haar ook op met een heleboel problemen. "Op het werk krijg ik bijna niets gedaan omdat ik overladen word met aandacht. Als ik met mijn kinderen op stap ben, denken de mannen dat ik hun zus ben. Mijn dochters van 17, 20 en 22 jaar hebben me zelfs verboden om nog met hen naar een discotheek te gaan."
Terwijl de jongere garde blijkbaar in de rij staat voor de vrouw, ondervindt Cousins ook moeilijkheden met het vinden van een oudere partner. "Een tijdje geleden heb ik afgesproken met een 48-jarige man, maar hij miste levensvreugde. Bovendien hebben veertigers meestal een stevig buikje. Ik kan toch geen relatie beginnen met een dikke, onaantrekkelijke, oudere man als ik er zelf nog zo jong en knap uitzie", zo klinkt haar redenering.
Verhuizen naar Amerika
Het is geen verrassing dat het interview met The Sun heel wat reacties heeft losgeweekt. Zelfs haar vrienden en familieleden hebben kritiek op de kapsones van Cousins. "Ik snap hun punt, maar het is toch niet mijn schuld dat ik nog zo goed in de markt lig?", vraagt ze zich luidop af. De enige oplossing die de Londense ziet is verhuizen naar Amerika. "In een van die staten moet de ware toch rondlopen", besluit ze hoopvol.