Italiaanse producenten sjoemelen met olijfolie
De bal ging aan het rollen toen het Italiaanse consumentenmagazine Il Test een analyse uitvoerde bij twintig merken extra vergine olijfolie. Uit het onderzoek bleek dat negen van de onderzochte merken niet aan de criteria voldeden. Zij verkochten gewone olijfolie als extra vergine. De autoriteiten in Turijn hebben de analyses onderzocht en bevestigd dat zeven merken niet voldoen.
Extra vergine is een aanduiding van de zuiverheidsgraad van olijfolie. Tijdens het productieproces wordt het zogenoemde vrije zuur in de olie gemeten. Als dat percentage lager is dan 0,8%, dan mag de olie als extra vergine worden verkocht. Is het percentage van het zuur minder dan 2%, dan moet de olijfolie verkocht worden als goedkopere vergine olie.
35% duurder
De extra vergine olijfolie is gemiddeld 35% duurder dan gewone vergine olie. Bij het schandaal zijn de merken Carapelli, Bertolli, Coricelli, Sasso, Santa Sabina, Primadonna en Antica Badia.
Volgens Nederlandse media zou in Nederland een andere inhoud in de olijfolieflesjes van Bertolli van Unilever en Primadonna van Lidl kunnen zitten dan op de labels wordt vermeld. Lidl zegt te zaak te onderzoeken. Unilever, het moederbedrijf van het merk Bertolli, kan nog niets tegen de pers zeggen over het Italiaanse olijfolieschandaal.
Verscherpte controles
De Italiaanse minister van Landbouw, Maurizio Martina, benadrukt dat de controles de voorbije maanden verscherpt zijn. Het is belangrijk dat alles aan het licht komt. Niet alleen de consumenten moeten ten volle beschermd worden, maar ook de duizenden eerlijke producenten van olijfolie, aldus Martina.