Jambon: "Eén persoon uit politieapparaat heeft geblunderd"
Ibrahim El Bakraoui, één van de daders van de aanslagen op Zaventem, werd op 11 juni vorig jaar opgepakt aan de Turks-Syrische grens. De verbindingsofficier in Turkije werd daarvan op de hoogte gesteld op 26 juni. Drie dagen later meldde de verbindingsofficier dat aan de terreurcel in ons land. De terreurcel brengt de officier op de hoogte van het gerechtelijk verleden van El Bakraoui - hij was veroordeeld tot tien jaar cel - en vraagt hem de reden voor de arrestatie.
Op 14 juni sturen de Turkse autoriteiten een verbale nota dat El Bakraoui het land wordt uitgewezen naar Nederland. Dat gebeurde om 10.14 uur, terwijl de vlucht om 10.40 uur opsteeg. De informatie werd nogmaals om 14.30 uur met een fax herhaald. De ambassade in Ankara bracht de verbindingsofficier om 16.30 uur op de hoogte.
Daags nadien verneemt de verbindingsofficier in een vergadering met de Turkse politie dat El Bakraoui was opgepakt vanwege een mogelijke link met terrorisme. Voor meer details moest de verbindingsofficier schriftelijk een vraag stellen. Pas op 20 juli vertrok de officiële vraag via een mail naar de Turkse politie.
Eén persoon nalatig
Eén persoon is op zijn minst nalatig geweest en is op zijn minst niet heel proactief geweest, stelde minister Jambon. Iemand die tot tien jaar cel is veroordeeld, die een paar jaar in de gevangenis heeft doorgebracht en afreist naar Turkije om naar Syrië te trekken. "Je hoeft niet lang in terrorismedossiers actief geweest te zijn om te beseffen dat er een grote kans is dat je met een foreign fighter te maken hebt", aldus Jambon.
De conclusie dat er "tussen 26 juni en 20 juli niets wezenlijks is gebeurd door de verbindingsofficier", maakte dat Jambon vond dat hij zijn politieke verantwoordelijkheid moest nemen. "Dat heeft niks met schuld te maken", bezwoer de vicepremier. "Eén iemand uit het politie-apparaat heeft geblunderd". Het feit dat hij zijn ontslag heeft aangeboden, heeft volgens Jambon dan ook niets te maken met "communicatiespelletjes of strategie".
Mechelen
Over de berichten dat de Mechelse korpsleiding bewust cruciale informatie zou hebben achtergehouden over een onderduikadres van Salah Abdeslam, wou Jambon zich niet uitspreken. Hij wil het onderzoek van het Comité P afwachten. "Ik vertrouw erop dat zij een grondig onderzoek zullen verrichten en wacht dan ook dat resultaat af."
De korpschef zelf, Yves Bogaerts, ontkent dat zijn korps informatie heeft achtergehouden. Burgemeesters Bart Somers en Eddy Bevers van Mechelen en Willebroek spraken intussen hun vertrouwen uit in de korpschef en het voltallige korps.