Klacht Van Dijck bij Raad voor Journalistiek "grotendeels ongegrond"
De advocaat van P-Magazine, Dirk De Keuster, zegt dat de klacht van Kris Van Dijck, de ex-voorzitter van het Vlaams Parlement, "grotendeels ongegrond" is bevonden. Hij reageert zo op de uitspraak van de Raad voor de Journalistiek over twee artikels van P-Magazine die leidden tot het ontslag van Van Dijck. Op 11 juli vorig jaar berichtte P-Magazine, het huidige PNWS, dat Kris Van Dijck betrokken zou zijn bij sociale fraude met belastinggeld voor een escortdame. Het nieuws werd uitgebracht op het moment dat Van Dijck als parlementsvoorzitter zijn 11 juli-toespraak hield in het Brusselse stadhuis. Later op de dag nam hij ontslag. Van Dijck stapte naar de Raad voor de Journalistiek vanwege de berichtgeving.
"De klacht is grotendeels ongegrond bevonden", reageert advocaat Dirk De Keuster nu. "Het belangrijkste argument was de niet-eerbiediging van het privé-leven. En op dat punt is de klacht ongegrond bevonden." Het is inderdaad zo dat de Raad voor de Journalistiek (RVDJ) het punt van de "aantasting van de privacy" ongegrond bevond. De RVDJ oordeelde dat het maatschappelijk belang opwoog tegenover het privébelang van Van Dijck.
Maar op "waarheidsgetrouwheid en ongegronde verdachtmakingen" bevond de RVDJ de klacht wel gegrond, net als het ontbreken van "wederhoor" voor publicatie. Zo titelde P-Magazine dat Van Dijck een meisje van plezier betaalde met belastinggeld, wat volgens de RVDJ op geen enkele manier gestaafd werd door de inhoud van het artikel. Ondanks ernstige beschuldigingen werd evenmin vooraf een loyale kans geboden tot wederhoor, ook al behoort ook dit tot de Code van de RVDJ.
"Voor ons is het recht op privacy het belangrijkste onderdeel", zegt De Keuster hierop.
bron: Belga