Meer treinen reden door rood licht

Het aantal treinen dat een rood sein voorbijreed, is vorig jaar fors gestegen. Van 55 seinvoorbijrijdingen op de hoofdsporen in 2017 - de beste prestatie in jaren - ging het naar 87 vorig jaar. Maar, zo benadrukt spoornetbeheerder Infrabel, de seinvoorbijrijdingen leiden in steeds mindere mate tot potentieel gevaarlijke situaties.
door
Belga
Leestijd 2 min.

Infrabel stelde meer seinoverschrijdingen vast bij alle soorten treinen: reizigerstreinen (van 24 in 2017 naar 41 vorig jaar), goederentreinen (van 13 naar 22) en werktreinen (van 18 naar 24). Daarmee zit het aantal treinen dat voorbij een rood sein rijdt, weer op het niveau van de jaren 2015 en 2016.

Geen verklaring

"Laat ons heel duidelijk zijn, dit is geen goed nieuws. Elke seinvoorbijrijding is er een te veel", zegt Infrabel-woordvoerder Frédéric Petit. Een verklaring voor de stijging is er niet onmiddellijk. De woordvoerder wijst er tegelijkertijd wel op dat in de cijfers ook een positieve evolutie vervat zit: de incidenten worden steeds minder risicovol en uit de seinvoorbijrijdingen kwam uiteindelijk geen enkel incident voort.

Twee systemen ter bescherming

Dat het risico op botsingen daalt, is onder meer te danken aan de veiligheidssystemen TBL1+ en ETCS. TBL1+ is een automatisch stopsysteem waarvan de uitrol sinds eind 2015 afgewerkt is. ETCS is een Europees systeem dat nog een stap verder gaat: het zorgt voor een permanente snelheidsmonitoring van de treinen. Infrabel heeft tot nu toe ETCS geïnstalleerd op een kwart van het spoornet, en het is de bedoeling dat vanaf 2025 alle treinen verplicht met ETCS moeten zijn uitgerust om in België te mogen rijden.