Mensen die tegen hun huisdieren praten zijn slimmer
Als je je rare tante mag geloven, heb je in het leven niet meer vrienden nodig dan zes katten, twee honden en een stokoude parkiet. Hoe vreemd het ook klinkt, volgens gedragswetenschapper professor Nicholas Epsey van de universiteit van Chicago kan ze gelijk hebben. Hij stelt dat praten met je huisdieren goed is voor je intelligentie.
Een gesprek hebben met iets dat niet menselijk is, is namelijk heel normaal. Er bestaat zelfs een naam voor, antropomorfisme, en houdt in dat we objecten of dieren een persoonlijkheid geven. Zo kan een kat wulps staan, kruipt de aandelenmarkt terug recht en wil de auto soms niet starten.
Mijn auto Herbie
"We geven vaak namen aan dingen zoals auto's, instrumenten en camera's", legt de professor uit. "Het zijn allemaal objecten waar we een speciale band mee ontwikkelen en die we gaan beschouwen als een verlengstuk van onze eigen persoonlijkheid."
Op die manier tonen we onze verwantschap en uiten we het verlangen om een eigen karakter uit te bouwen. "Het is een gevolg van een actief en intelligent sociaal bewustzijn", aldus Epsey. "Het brein is geprogrammeerd om te kijken en onze perceptie te misleiden."