MOVIES. Claes Bang duikt opnieuw de kunstwereld in in 'The Burnt Orange Heresy'

In 2016 was Claes Bang nog een onbekende Deense tv- en theateracteur. Dankzij zijn hoofdrol in Gouden Palm-winnaar ‘The Square' pronkt er een European Film Award op zijn schoorsteenmantel, kreeg hij de hoofdrol in de BBC-serie ‘Dracula' en mag hij in de thriller ‘The Burnt Orange Heresy' opdraven aan de zijde van Donald Sutherland en Mick Jagger. Tijd voor een gesprek.
door
silke.vandenbroeck
Leestijd 3 min.

‘The Square' en ‘The Burnt Orange Heresy' spelen zich allebei af in de kunstwereld. Zie je parallellen?

Claes Bang: «Het was pas toen ik me echt voorbereidde op deze film dat ik zag hoe dicht mijn personages bij elkaar liggen. Het is alsof Christian uit ‘The Square' op het slechte pad is geraakt. Alsof hij ergens een grote job heeft gekregen, geld verduisterd heeft, tegen de lamp gelopen is en nu rondreist om her en der lezingen over kunst te geven. Het grote verschil is wel dat James, de man die ik in ‘The Burnt Orange Heresy' speel, een flink stuk killer en wreder is. Zijn enorme ambitie verwoest alles.»

Beide films laten geen spaander heel van de kunstwereld, die heel cynisch en vals lijkt. Klopt dat echt, denk je?

«Zo ver zou ik het niet drijven. De kunstwereld heeft ook veel moois te bieden. Ik ga bijvoorbeeld graag naar de Biennale in Venetië. Ik vind het heerlijk om in elk paviljoen totaal andere kunst te ontdekken. Soms vind ik het fantastisch, soms is het niet mijn ding. Goeie kunst opent je de ogen en geeft je een nieuw perspectief op de wereld. Maar in deze film heerst wel het cynisme. De boodschap is ‘Geloof de hype niet altijd. Vorm je eigen mening'. Het doet me denken aan dat sprookje van mijn landgenoot Hans Christian Andersen, ‘De nieuwe kleren van de keizer'. Niemand durft te zeggen dat de keizer geen kleren draagt.»

Hoe was het om met Mick Jagger op de set te staan?

«Geweldig. Een heel lieve en gemakkelijke man. Gewoon een Engelse jongen eigenlijk. Heel bescheiden ook. Bij ‘The Square' waren er veel niet-professionele acteurs, en Mick gedroeg zich net hetzelfde. Hij zei ronduit dat acteren niet zijn biotoop is en dat hij alle hulp kon gebruiken. Daardoor was er een heel collectieve sfeer op de set. Ik moet toegeven dat ik aanvankelijk nerveus was, vooral toen ik hoorde dat Mick Jagger en Donald Sutherland mijn tegenspelers zouden zijn. Ik vroeg me af hoeveel iconen ze in één film konden proppen. Maar Mick en Donald stelden me heel snel op mijn gemak.»

‘The Square' heeft je carrière compleet veranderd. Hoe ga je daarmee om?

«Ik kreeg plots allemaal aanbiedingen waarvan ik voordien nooit had durven te dromen. Op dat moment heb ik beslist om er maximaal van te profiteren. Een sterk script herken je meteen, en ik grijp gewoon alle kansen die zich aandienen. Film, televisie, theater, het maakt me niet uit. Als ik het goed vind en het past in mijn agenda, dan ga ik ervoor. Het resultaat is dat ik sinds 'The Square' geen moment heb stilgezeten, maar dat is het waard. Ik wil de machine draaiende houden. Wie weet krijg ik die kansen morgen niet meer.»