MOVIES. Horror in de volle zon

Donkere gangen, een nachtelijk bos, monsters in de mist, het horrorgenre houdt van duisternis. Deze week toont het meesterlijk maffe ‘Midsommar' echter dat het onheil ook in het daglicht kan schuilen. De film is een pareltje, maar ook deze zeven klassiekers wisten angstzweet uit de stekende zon te puren.
door
Janne
Leestijd 1 min.

The Wicker Man (1973)

Noem deze maar de officieuze peetvader van ‘Midsommar'. We zien hoe een oerkatholieke Britse politieman naar een afgelegen eiland trekt om de verdwijning van een jong meisje te onderzoeken. Ter plaatse ontdekt hij een gemeenschap (aangevoerd door Christopher Lee) met heidense rituelen die hem steeds meer irriteren. Weet hij veel dat hij zo'n ritueel van heel nabij zal leren kennen. Een film die het net als ‘Midsommar' meer van zijn onbehaaglijke ambiance moet hebben dan van zijn schokkende momenten.

The Texas Chainsaw Massacre (1974)

Vijf vrienden krijgen autopech met hun bestelwagen en bellen aan bij een afgezonderd huis op zoek naar hulp. Daar worden ze onthaald door een familie van bizarre mannen die — vrij letterlijk — teren op niets vermoedende voorbijgangers. Het opvallendste lid: Leatherface, een kolos die een masker van mensenhuid draagt. Ja, er zitten ook nachtelijke scènes in deze brutale klassieker. Maar het grootste deel van de film speelt zich af onder de bloedhete Texaanse zon.

Jaws (1975)

Als je de openingsscène wegdenkt — vrouw waagt zich aan nachtelijk naaktzwemmen en wordt prompt een haaiensnack — is Spielbergs eerste blockbuster een echte zomerfilm. Vakantie staat dan ook centraal in dit verhaal. De burgemeester weigert namelijk veel te lang om de stranden vol toeristen af te sluiten, waardoor hij ongewild een smakelijk buffet opstelt voor een hongerige grote witte haai. Omdat het monster zich onder het wateroppervlak schuilhoudt, blijft het trouwens even onzichtbaar als in het duister.

Dawn of the Dead (1978)

De eerste zombiefilm van George A. Romero heette ‘Night of the Living Dead', maar met het vervolg trok hij zijn wandelende doden naar het daglicht. Of liever naar het neonlicht van een winkelcentrum, waar de zombies wezenloos rondschuifelen. Waarom ze een onweerstaanbare drang voelen om daar naartoe te trekken, weten ze niet. Romero stak met zijn film genadeloos de draak met de hersendode consumptiemaatschappij. Op de momenten dat de zombies geen hompen vlees uit hun slachtoffers happen tenminste.

Cannibal Holocaust (1980)

We blijven bij menseneters. Een documentaireploeg dringt het Amazonegebied binnen om indianenstammen te filmen die nooit contact hebben gehad met de ‘beschaafde' wereld. Het duurt niet lang voor de westerlingen op het plaatselijke menu belanden. Deze Italiaanse exploitatiegruwel kreeg de wind van voren omdat hij de horror extreem ver drijft en dieren echt afslacht voor de camera. Dit is ook de film die het ‘teruggevonden beeldmateriaal' verzon, een concept dat zou leiden tot ‘The Blair Witch Project' en een heel eigen horrorgenre.

Cujo (1983)

Geen horrorlijstje zonder Stephen King. ‘Cujo' behoort sowieso tot zijn absolute toppers, een verhaal met een simpel uitgangspunt: een vrouw zit met haar zoontje klem in een auto en worden geterroriseerd door een hondsdolle Sint-Bernard. Deze film verdient misschien zelfs het meest van allemaal een plaats in dit lijstje, want de zon is hier een bijkomende vijand. Door haar toedoen wordt het zo heet in de auto dat het leven van het jongetje in gevaar komt. Happy end of niet? Boek en film zijn het er niet over eens.

Tremors (1990)

In griezelfilms mag er ook gelachen worden. ‘Tremors' is tegelijk een doeltreffende ‘creature feature' en een geinige parodie op het genre. De mensenetende monsters zijn in dit geval gigantische ondergrondse wormen die het op de bewoners van een stoffig stadje in Nevada gemunt hebben. Om je een idee te geven van de toon van de film: de onhandige helden van het verhaal dopen de monsters ‘graboids'. ‘Grijperds' dus. Goed ontworpen schepsels, een fijn rechttoe-rechtaanverhaal en een lekker gevoel voor humor, meer moet dat niet zijn.

Bonus: The Host (2006)

Het gemuteerde waterwezen uit de heerlijke Koreaanse monsterhorror ‘The Host' houdt zich weliswaar schuil in de schaduw, maar als het tevoorschijn komt, zie je het in al zijn glorie. Regisseur Bong Joon-ho — een genie, die man — koos voor de eerste aanval in de film met opzet een zonnige omgeving om de scène extra surrealistisch en angstaanjagend te maken. Zit je gezellig te picknicken aan de rivier en komt daar plots een gigantisch vismonster aanzetten! Genoeg om je hele dag te verpesten.

Ruben Nollet

@rubennollet