MOVIES: Roberto Benigni keert terug naar zijn geliefde 'Pinocchio'

Roberto Benigni en Pinocchio, dat is twee handen op één buik. Zijn moeder noemde hem als kind ‘Pinocchietto' (‘Kleine Pinocchio') omdat hij zo graag verzinsels opdiste. Grootmeesters als Federico Fellini en Francis Ford Coppola wilden het boek verfilmen met hem in de hoofdrol. In 2002 deed Benigni het dan maar zelf, zowel voor als achter de camera. En nu duikt hij in de nieuwe ‘Pinocchio'-film op als Gepetto, de arme, maar liefdevolle schrijnwerker die een marionet tot leven ziet komen.
door
silke.vandenbroeck
Leestijd 2 min.

Hoe voelde het om na Pinocchio nu ook Gepetto te spelen?

Roberto Benigni: (enthousiast) «Fantastisch! Het is een geschenk voor een acteur om eerst Pinocchio te mogen zijn en dan later in het leven Gepetto. Maar eigenlijk heb ik ook een tussenstap gemaakt. In ‘La vita e bella' (de Holocaust-tragikomedie die hem in 1999 twee Oscars opleverde, nvdr) speelde ik een vader die half Gepetto en half Pinocchio was. Hij vertelde constant leugens aan zijn zoon, maar dat deed hij om de jongen tegen de gruwel te beschermen.»

‘Pinocchio' is een sprookje. Heeft onze wereld zulke verhalen nodig?

«Misschien meer dan ooit! Die klassieke verhalen vertegenwoordigen het leven, want het leven is op zich onbegrijpelijk. Het leven is eigenlijk een sprookje! Maar ‘Pinocchio' gaat over meer dan dat. Het is ook een liefdesverhaal voor jong en oud. We kunnen er allemaal van genieten. Het brengt de toeschouwer veel bij, niet op een saaie manier zoals een professor, maar met beelden en emoties. Daarom vind ik dit ook zo'n geweldige film. Hij gaat over de gevaren en de wonderen van het leven, met in het midden een prachtig personage dat altijd op zoek is naar plezier en geluk.»

Je hebt de armoede van Gepetto zelf ook gekend toen je jong was. Heb je daar de moed uitgeput om iets te doen met je leven?

«Misschien wel. Omdat ik aan de grond moest beginnen, zag ik in elk geval alles als een kans. Ik had het gevoel dat alles mogelijk was. Ik was wel arm, maar het was zoals de armoede van Sint-Franciscus, een soort armoede waar je rijk van wordt. Het lijkt alsof de hele wereld van jou is!»