Nazomeren in verbluffend Mallorca
Tekst en foto's: Eldrid Deleu
De imposante kathedraal La Seu in Palma
De bruisende hoofdstad van Mallorca is met zijn nauwe achterafstraatjes en Catalaans modernistische architectuur net Barcelona in het klein. Bovendien kwam Antoni Gaudí, die de skyline van Barcelona bepaalde, ook in Palma langs.
Hij nam onder meer een deel van de restauratie van de imposante kathedraal La Seu op zich, die in de negentiende eeuw door een aardbeving zwaar beschadigd raakte. De kathedraal werd in 1300 gebouwd op de resten van een moskee, maar het duurde nog drie eeuwen voor het bouwwerk af was.
Ook in het oude stadscentrum is het Arabische verleden van Palma, dat drie eeuwen lang Medina Mayurqa' heette, nog springlevend.
De Església de Sant Bartomeu in Sóller, een opmerkelijk pareltje van Catalaans modernisme
In het noordwesten van Mallorca heerst de Serra de Tramuntana. Deze bergketen zorgt voor indrukwekkende vergezichten, ruige landschappen en adembenemende kliffen aan de azuurblauwe Middellandse zee. De hoogste berg is de Puig Major, die met zijn 1.445 meter ook de hoogste van de Balearen is.
Je kunt de hele Serra de Tramuntana afrijden van het plaatsje Andratx in het zuiden tot de Cap de Formentor in het noorden. De afstand een dikke 150 kilometer mag niet al te groot lijken, toch doe je er door de kronkelende bergwegen al snel een hele dag over. Wil je geregeld van het uitzicht genieten, kies er dan een stuk uit of rij deze prachtroute verspreid over enkele dagen.
Wij reden van Port de Pollença naar Valldemossa tussen olijf- en citroengaarden, en zochten geregeld een parkeerplaats om de fincas en kloosters op de heuvelflanken te bewonderen.
Andere aanraders om een pitstop in te lassen zijn Sóller en Deià. De façade van de Església de Sant Bartomeu in Sóller, die iets wegheeft van een reuzegrote kandelaar, is een opmerkelijk pareltje van Catalaans modernisme. Met de Serra de Tramuntana op de achtergrond en een tram uit het begin van de twintigste eeuw die naar het kustplaatsje Port de Sóller spoort, waan je je op de Plaça de la Constitució al snel op een filmset.
Deià heeft met zijn steile straatjes een meer artistieke charme. De honingkleurige huisjes die kriskras tegen de flanken van de heuvel Es Puig gebouwd werden, wisten in de vorige eeuw heel wat schrijvers, kunstenaars en muzikanten te bekoren.
Cap de Formentor
In het uiterste noorden van Mallorca ligt het schiereiland Cap de Formentor, met stip het meest schilderachtige stuk kustlijn van het eiland. Vanop de Mirador de Sa Creueta is het net alsof je uitkijkt op een reusachtige drakenstaart die in zee ligt.
Rij je nog dieper het schiereiland in, dan brengt de Ma2210 je door de dennenbossen naar Platja de Formentor. Door dit strand, met zijn kristalheldere water en parelwitte zand dat omzoomd wordt door groen, ga je je heel even in Thailand wanen.
Platja de Formentor, een stukje Thailand in de Middellandse Zee
De rit naar de prachtige negentiende-eeuwse vuurtoren op het uiterste puntje van de Cap is adembenemend, maar laat ook menige mallorquin een kruis slaan voor hij eraan begint.
Cala Sant Vicenç
Gelukkig liggen er aan de voet van het schiereiland nog twee kustplaatsjes die komaf maken met de zenuwen. Cala Sant Vicenç bestaat uit vier inhammen, en geeft je de keuze tussen evenveel stranden. Van de twaalf meter hoge kliffen springen kan hier ook, maar we raden je aan dat met een gids te doen. Port de Pollença is iets toeristischer, maar van grote massa's is in deze gezellige badstad geen sprake. De promenade Paseo Vora Mar, die onder de schaduw van oude dennenbomen ligt, is een zalige plek om van de zonsondergang te genieten.
De 365 treden van Calvari in Pollença
Hoewel de hotels en resorts in de omgeving van deze middeleeuwse steden veel zonnebadende toeristen lokken, merk je daar in het oude stadscentrum van Pollença en Alcúdia weinig van. En net als in Palma loert het Mallorcaanse verleden hier nog om elke hoek.
In Pollença kun je niet om Calvari heen. Deze plaatselijke versie van de Calvarieberg, de heuvel buiten Jeruzalem waar Christus volgens de Bijbel werd gekruisigd, telt 365 treden die naar een achttiende-eeuwse kapel leiden. Sommige pelgrims doen de tocht langs de cipressen op hun knieën, maar in de blakende middagzon is je naar boven sleuren op twee voeten al boetedoening genoeg. Op Goede Vrijdag wordt het lichaam van Jezus hier bij het licht van tientallen toortsen naar beneden gedragen.
Alcúdia was ooit een Romeinse nederzetting die Pollentia heette, tot de Vandalen de aanval inzetten en de inwoners een nieuwe stad stichtten waar nu Pollença ligt. De ruïnes van Pollentia, waaronder het theater en het forum, kun je bezoeken. De binnenstad van Alcúdia verkennen doe je van op de middeleeuwse stadsmuren.