Nederlands voelt geen druk van het Engels
Neem je met Vlamingen en Nederlanders een televisieprogramma op in Thailand, dan verandert mijn grootste verleiding' plots in mijn temptation'. Maar voor de rest maken zo goed als al hun landgenoten er een punt van om Nederlands te spreken. Dat blijkt uit De Staat van het Nederlands', een onderzoek van de Taalunie, het Meertens Instituut en de UGent.
"De resultaten zijn een nuancering op de vaak nogal eenzijdige berichten die zeggen dat het Nederlands onder druk staat", zegt professor Johan De Caluwe (UGent). "We maken bewuste keuzes in ons taalgebruik, soms ook weg van het Nederlands."
Nederlands op het werk
In Vlaanderen spreekt 91,1% van de bevraagden altijd Nederlands in zijn of haar naaste omgeving. Op het werk wordt tussen collega's en leidinggevenden in acht op de tien gevallen uitsluitend in deze taal gesproken. Dat is in ongeveer twee derde van het gevallen ook zo voor de externe communicatie. "Vanuit commerciële overwegingen, maar ook vanuit hoffelijkheid, wordt op het werk een andere taal gesproken", aldus de professor.
Van de Vlamingen volgt 56,8% het nieuws uitsluitend in het Nederlands, 21% in het Engels. Ook online volgt 44,1% de actualiteit in het Nederlands, al kiest 32,1% daar ook wel voor het Engels. "Als mensen naar televisie kijken, gaan ze massaal naar Nederlandstalige programma's zien. Zoeken ze daarna iets op, dan komen ze vaak op een Engelstalige Wikipediapagina terecht, en dat vinden ze ook normaal."
Op sociale media is het beeld ook divers. Zes op de tien gebruikt Nederlands, maar er worden ook meer andere talen gebruikt.