Nieuwe test spoort zikavirus preciezer op
In minder dan twee maanden tijd heeft het ITG de neutralisatietest ontwikkeld. Het grote verschil met de moleculaire test zit in de periode dat beide testen bruikbaar zijn. De moleculaire is immers enkel nuttig gedurende een periode van ongeveer vijf tot zeven dagen na infectie met het zikavirus. Met de neutralisatietest is het mogelijk om de diagnose van een infectie met het virus ook in die latere, post-acute fase met zekerheid te stellen. «Bij de neutralisatietest wordt in het laboratorium aan een bloedstaal van de patiënt virus toegevoegd. Op die manier kunnen we zien of er antilichamen tegen zikavirus aanwezig zijn en kunnen we kruisreacties met verwante virussen onderscheiden», aldus prof. Kevin Ariën, hoofd van de Dienst Virologie van het Antwerpse instituut.
Het ITG onderzoekt wekelijks tussen de twintig en veertig verdachte bloed-, urine- en spermastalen op het virus. In totaal spoorde het laboratorium twaalf zikabesmettingen op, waaronder drie die met behulp van de nieuwe neutralisatietest werden bevestigd. Slechts één op de vijf mensen die het zikavirus oplopen, krijgt ook klachten. Ongeveer 80% van de patiënten heeft dus geen symptomen.
Het zikavirus wordt overgedragen door tijgermuggen en kan bij ongeboren baby's microcefalie veroorzaken, dat wordt gekenmerkt door een onderontwikkeling van de schedel en de hersenen. Het ITG raadt zwangere vrouwen, of zwanger willen worden tijdens of net na de reis, dan ook af te reizen naar gebieden waar het virus voorkomt. Indien de reis toch niet uitgesteld kan worden, raadpleegt best vooraf een arts om preventieve maatregelen te bespreken.
Foto AFP / O. Sierra