Onderzoekers bezorgd over studie: nanodeeltjes dringen door tot in het brein
Wetenschappers van de Universiteit Leiden hebben ontdekt dat nanodeeltjes, extreem kleine deeltjes met een een diameter tussen de 0,0000001 en 0,00001 centimeter, zich bij vissen kunnen ophopen in de hersenen. "Ze gaan er makkelijk in, maar komen er moeilijk weer uit", zegt onderzoeker Fazel Monikh. Hij vindt de uitkomsten van de studie zorgwekkend. "Het betekent dat nanomaterialen veel verder in onze voedselketens kunnen doordringen dan we tot nu toe dachten. En dat ze dus zelfs in de hersenen kunnen belanden, terwijl dat orgaan normaal heel goed is afgeschermd door de bloed-hersenbarrière."
Monikh, onderzoeker van het Centrum voor Milieuwetenschappen, vermoedt dat dit ook voor mensen opgaat. "Vissen worden vaak gebruikt als model in toxicologische studies", legt hij uit. "Ze hebben ook bloed, net als wij. Er is geen groot verschil tussen de systemen." Nanodeeltjes bevinden zich onder meer in onze kleren, voeding en schoonheidsproducten, vaak zonder dat het op het etiket staat vermeld.
De Leidse wetenschappers vonden de nanodeeltjes terug in algen. Via de algen kwamen ze in zoöplankton terecht en vervolgens in de vissen, die dat opaten. Bij iedere stap veranderden de deeltjes van vorm en grootte. "Hierdoor konden de nanodeeltjes zich heel anders door het lichaam verspreiden dan op basis van hun oorspronkelijk vorm was ingeschat", klinkt het.
Nanotechnologie groeit
Monikh pleit ervoor nieuwe nanotechnologieën niet zonder meer toe te passen en eerst goed de effecten te onderzoeken. Momenteel is nog onbekend in hoeverre nanomaterialen zich precies ophopen in het menselijk lichaam en welke gevolgen ze hebben voor de gezondheid. Tegelijkertijd rukt nanotechnologie steeds verder op. De toepassingen zijn overal om ons heen: van computerchips en zonnepanelen tot cosmetica en verf.
Met de meetmethode die de onderzoekers hebben ontwikkeld, is wel beter te bepalen hoe nanomaterialen zich verspreiden. "Als we meer inzicht in het gedrag van deze materialen krijgen, kunnen we ook gaan werken aan veilige toepassing ervan", aldus Monikh. "Dat is zeker nodig, nu we ons midden in de nanotechnologische revolutie bevinden."