Onderzoekers zetten drones in om malaria op te sporen
In een afgelegen gebied van Zuid-Oost Azië vechten drones een strijd uit. Niet tegen terroristen of opstandelingen, maar tegen de besmettelijke ziekte malaria. Onderzoekers op het eiland Borneo gebruiken de vliegende robots om gebieden die getroffen worden door de malariaparasiet in kaart te brengen. Het gaat meestal op geïnfecteerde makaken. De laatste jaren is er een stijgend aantal mensen slachtoffer van de parasiet die zich verspreidt via muggen van de makaken naar de mens.
Door de gemeenschappen in kaart te brengen waar deze zaken zich voordoen, hopen de onderzoekers te achterhalen waarom de parasiet zich meer dan vroeger verspreidt van de apen tot mensen. Dat zegt Chris Drakeley, professor infectie en immuniteit aan de London School of Hygiene en Tropische Geneeskunde in het Verenigd Koninkrijk.
Drakeley en zijn collega's gebruiken een kleine drone met een camera die de senseFly EBee heet, om kaarten en modellen te maken van het land, de vegetatie en de gemeenschappen waar malaria werd vastgesteld bij mensen. De drone kan maximaal 50 minuten vliegen en beschikt over een camera van 16 megapixels.
"We creëren een gedetailleerde kaart die we vervolgens kunnen vergelijken met de bewegingen van de mensen en de makaken," zegt Drakeley aan LiveScience. De bewegingspatronen van mens en dier worden afgeleid via GPS-gegevens.
De onderzoekers hopen dat de data zal helpen om na te gaan waar mensen en makaken elkaar ontmoeten en de drones zullen de onderzoekers laten zien hoe deze gebieden eruit zien en hen helpen om erachter te komen waarom beide soorten naar die gebieden gaan.
Oude ziekte, nieuwe hypothese
In het verleden was het vrij eenvoudig om de verspreiding van de ziekte te volgen. P. knowlesi, de ziekte de malaria veroorzaakt, kwam namelijk alleen voor bij volwassen mannen die tijd spendeerden in de jungle waar ze werkten. De gedachte was dat de muggen die eerder makaken hadden geïnfecteerd ook de mannen hadden geïnfecteerd met het virus.
Onlangs werd de ziekte echter ook vastgesteld bij kinderen en families die helemaal nooit in het bos gingen, maar de onderzoekers weten niet hoe dat komt. Een hypothese is dat de manier waarop het land wordt gebruikt, is veranderd en daarvoor hebben de onderzoekers de drones nodig. Ze willen bepalen wat voor soort landgebruik ervoor zorgt dat makaken en mensen met elkaar in contact komen.
Zo hebben de drones opnames van korenvelden die populair zijn bij de boeren, maar ook het paradijs zijn voor de makaken die de maïs stelen. De onderzoekers hebben ook gewezen op het probleem met de houtkap. Tegenwoordig worden er "secundaire" bossen gekapt terwijl die bomen gebruikt worden door de apen als paden om van het ene punt naar het andere te gaan.
Het kappen van deze bomen zorgt ervoor dat de apen dichterbij de mensen moeten komen om zich te verplaatsen. Dat betekent dat ze rechtstreeks in contact kunnen komen met mensen in nederzettingen. Toch is de kleinschalige ontbossing wellicht niet de oorzaak van de verspreiding van P.knowlesi. "Het probleem is complexer, dat is de reden waarom we zo voorzichtig zijn over hoe we de verspreiding in kaart brengen," legt Drakeley uit.
Vliegende detectives
Het idee om vanuit de lucht een breder perspectief te krijgen, is niet nieuw. "Jarenlang hebben epidemiologen vertrouwd op satellietbeelden en sensoren om de beweging van dieren te volgen," zegt epidemioloog Stephen Morse van de Mailman School of Public Health aan de Columbia University in New York City. "Maar drones kunnen meer informatie verstrekken dan dure satellietbeelden en er zijn nog voordelen. Denk maar aan de relatief lage kosten en het feit dat je van veel dichterbij en veel gedetailleerder informatie kan vergaren. Het gebruik van drones om P.knowlesi op te sporen is geniaal"
Er is geen twijfel dat de veranderingen in landgebruik de basis zijn van opkomende infecties. Land ontginnen voor de landbouw en houtkap van bebost gebied zijn bekende oorzaken voor de start van uitbraken van dodelijke ziekten bij de mens zoals Ebola",besluit Morse.