Ontwerper Devon Halfnight LeFlufy: "Ik ben opgegroeid zonder internet"
Was je vereerd door je nominatie van Woolmark?
"Voor mij was het een verrassing. Zeker als je weet dat ontwerpers als Yves Saint Laurent en Karl Lagerfeld deze prijs als platform hebben gebruikt om hun carrière te beginnen."
Vanwaar komt je exotisch klinkende naam Halfnight LeFlufy?
"Ik heb een haat-liefdeverhouding met mijn naam. Iedereen onthoudt mijn voornaam, maar niemand is in staat mijn familienaam correct te spellen. Halfnight is de naam van mijn moeder, LeFlufy komt van mijn vader. Ik ben geboren in Vancouver en mijn roots liggen in Engeland, Ierland en het Midden-Oosten."
Je werk is doordrongen van Amerikaanse subculturen. Vanwaar die interesse?
"Ik ben gefascineerd door Americana'. Als tiener was ik bezig met skate, punk, rock en hiphop-cultuur. Ik hield enorm van snowboarden, hockey en american football. Al die interesses hebben mijn esthetisch universum gevormd."
In je laatste collectie gebruikte je Iphonekabels. Hoe ben je op dat idee gekomen?
"De manier waarop technologie onze cultuur beïnvloedt, fascineert me. Ik ben theoretisch gezien een Millennial', maar ik voel me tien jaar ouder dan die generatie. Omdat ik opgroeide zonder internet, voel ik me veel meer verbonden met Generation X'. Veel van mijn referenties naar technologie zijn niet ironisch, maar vormen een culturele commentaar op die technologische ontwikkelingen."
Wat heb je dan precies gedaan?
"Tijdens het creëren van de Woolmark-collectie was het interessant om te ontdekken dat de recentste textieltechnologieën ook op wol toegepast kunnen worden. Zo hebben we samen met een weverij uit Como geprobeerd om wol op een nieuwe manier te voorzien van digitale prints. Daarnaast hebben we samen met een Franse fabriek een dubbelzijdige, waterafstotende stof ontwikkeld op basis van wol."
Je herencollecties vallen ook in de smaak bij dames. Denk je dat het onderscheid tussen mannen- en vrouwencollecties kleiner wordt?
"Ik denk het niet. Androgyne mode bestaat al een tijdje, maar het kwam telkens op een andere manier tot uiting. De mix tussen de geslachten zal zeker niet verdwijnen."
Heb je bepaalde helden of inspiratiebronnen?
"Ik heb niet echt een muze of idool. Mijn vrouw draagt graag mijn creaties en ik heb geluk met de mensen in mijn omgeving. Het is een unieke groep van vrienden en familieleden die samen mijn persoonlijkheid belichamen."
Je vrouw werkt in de kunstwereld, zijn er stromingen of kunstenaars die je inspireren?
"De Renaissance vind ik erg boeiend, maar ook wijlen Mike Kelly of actuele kunstenaars zoals Jon Rafman, Jordan Wolfson, Ed Atkins en Brian Kokoska."
Je woont in Antwerpen en je toont je collecties in New York. Waar voel je je thuis?
"Het klopt dat ik veel reis de laatste tijd. Ik produceer vooral in België, mijn atelier is in Antwerpen en ik toon mijn collecties in New York. Hoewel ik een expat ben en geen Belgisch paspoort heb, beschouw ik mijn merk als een Belgisch label. Maar om op je vraag te antwoorden: ik voel me thuis waar mijn vrouw is."
Waarom organiseer je je défilés in New York en niet in Parijs?
"Natuurlijk hebben Belgische merken een traditionele band met de Parijse modeweek. Maar dat trok me niet echt aan. Ik vind het interessanter om mijn werk in New York te tonen. Je mogelijkheden reiken er even ver als je dromen. Dat spreekt me aan."
Wat is voor jou de meest inspirerende plek in Antwerpen, Parijs en New York?
"In Antwerpen is dat mijn bed, in Parijs ga ik regelmatig naar de permanente collectie van het Centre Pompidou, in het bijzonder de ruimte met het werk van Otto Dix. In New York vind ik de metro inspirerend, het is een goede plek om na te denken."
Wie is Devon Halfnight LeFlufy?
De Canadese modeontwerper Devon Halfnight LeFlufy studeerde in 2013 af aan de modeafdeling van de Antwerpse Academie voor Schone Kunsten. Na een stage bij Maria Cornejo en Walter Van Beirendonck richtte hij zijn eigen label op. Dit jaar is hij één van de Europese genomineerden voor de Woolmark prijs.
Op 28 juni weten we of hij mag deelnemen aan de internationale finale.
Door Arne Rombouts