Ook katten hebben last van verlatingsangst
Daiana de Souza Machado van de Universidade Federal de Juiz de Fora verandering in brengen. Op basis van 130 enquêtes toonde ze dat ook aan.
De studie van Machado werd op 15 april dit jaar gepubliceerd in het internationale wetenschappelijke tijdschrift, PLOS ONE, dat allerlei bijdragen over biologie accepteert. 130 Brazilianen vulden een enquête in waarmee verlatingsangst bij katten kan worden opgespoord. Ze deden dat tijdens een interview met een onderzoeker, zodat ze hun antwoorden altijd konden toelichten. Daarna lieten Machado en haar collega's statistiek los op de resultaten om te zien of ze significant waren.
Problematisch gedrag
Enkel baasjes van volwassen katten, dus van huisdieren ouder dan zes maanden, mochten aan de enquête deelnemen. De vragen waren grotendeels gebaseerd op wetenschappelijke literatuur over verlatingsangst bij honden. Daarbij kwamen de karaktertrekken van de kat en het baasje aan bod, net zoals de leefomgeving van het dier en zijn gedrag als hij alleen gelaten werd.
Uit het onderzoek bleek dat 13% van de bestudeerde katten verlatingsangst hadden, omdat ze problematisch gedrag vertoonden. Vaak waren de dieren agressief en maakten ze voorwerpen kapot in de afwezigheid van hun baasje. Ook overmatig miauwen, buiten de kattenbak plassen en depressief gedrag waren gemelde symptomen, die uit stress of angst optraden.
Toch is het niet allemaal negatief, want Machado stelt dat de studie juist aantoont dat katten een sterkere band hebben met hun eigenaars dan oorspronkelijk gedacht, waardoor ze zich sneller eenzaam voelen. Een mogelijke oplossing is om een extra dier in huis te nemen of meer speelgoed te kopen. De verlatingsangst viel namelijk vooral voor in huishoudens met maar één kat of waar er geen speeltjes voorzien waren. Zo heeft de coronalockdown toch nog voordelen voor onze geliefde viervoeters, want nu moeten ze ons veel minder vaak missen.