Meng de bloem, de kristalsuiker, de maïzena, het bakpoeder, de helft van het kaneelpoeder en het zout in een ruime kom. In een andere kom klop je de melk, de boter (gesmolten), de vanillesuiker en de eieren door elkaar. Giet het melk-mengsel bij het bloem-mengsel en roer tot je een glad beslag krijgt. Bedek de kom met een keukenhanddoek en laat een kwartiertje rusten op kamertemperatuur.
Ondertussen kan je de slagroom maken. Klop de (koude !) room met de bloemsuiker en de rum op tot je de kom ondersteboven kan houden en er niks uitvalt. Stop wel op tijd met kloppen, anders krijg je zoete boter met een rumsmaakje.
Bak de pancakes in een ingevette, voorverwarmde koekenpan. Een eetlepel beslag volstaat per pancake. Laat ze zo'n halve minuut bakken en draai ze dan om. Wanneer je klaar bent met bakken, schik je ze op een bord. Werk af met de rest van het kaneelpoeder, wat extra bloemsuiker en een handvol blauwe bessen. Het beslag kan je een dag of twee in de koelkast bewaren.