PORTRET. Bart, hoofdinspecteur politie Gent: “Ons werk is nu veel afstandelijker”

Ze waken over de naleving van de coronarichtlijnen, en moeten daarbij soms hun eigen scrupules opzijzetten: de politieagenten. Ook de arm der wet heeft zich bliksemsnel moeten aanpassen aan de nieuwe realiteit. Een doorsnee werkdag zag er plots helemaal anders uit, getuigt hoofdinspecteur Bart De Cocker van de politiezone Gent. “Dat mondmasker alleen al creëert een barrière met de burger.”
door
quentin.soenens
Leestijd 4 min.

Bart is twaalf jaar aan de slag op de interventiedienst van politiezone Gent: negen jaar als inspecteur, de laatste drie jaar als hoofdinspecteur. Als teamchef coördineert hij de ploegen die uitgestuurd worden naar noodoproepen en volgt hij de afhandeling op. Bij zware incidenten die zijn bevoegdheden op het terrein vereisen, rijdt hij mee uit. Hij heeft ook de keuze om mee te gaan op vaste patrouille. “De inhoud van mijn dienst varieert in functie van de noodoproepen, vaststellingen op het terrein of aanmeldingen op onze vaste post”, vertelt Bart.

Toen de coronastorm losbrak en de lockdown in voege trad, zag de wereld er plots helemaal anders uit. Het korps moest niet alleen waken over de naleving van de strikte coronamaatregelen, het moest ze ook intern toepassen: “Als we in deze coronatijden naar een interventie gaan, wordt er eerst op voorhand bij de oproeper gepolst naar de risico's op besmetting”, legt Bart uit. “We vragen bijvoorbeeld of er leden van het gezin ziek zijn. Op basis van die informatie schatten we de nodige beschermingsmiddelen in. Zo zijn bij de afhandeling van een diefstal met braak enkel mondmasker en veiligheidsbril nodig, maar voor een tussenkomst in de gevangenis is dan weer een half gelaatsmasker met filter vereist. Daar zit immers veel volk opeengepakt. De collega's krijgen ook altijd handschoenen, handgel en chirurgische maskers mee tijdens hun dienst. De verdachten die overgebracht worden krijgen ook maskers aan.”

Meer afstand met de burger

Toen de coronamaatregelen uitgevaardigd werden, was het alle hens aan dek in politiecommissariaten overal ter lande. Ook in Gent was het improviseren en werd in zeven haasten een strategie uitgewerkt. Bart lag aan de basis van de oprichting van een permanente commandopost in de stad, die de controle op de coronarichtlijnen coördineert: “We schreven een draaiboek over hoe te reageren op welke situatie. Daarbij is het belangrijk om willekeur te vermijden: we kijken ad hoc, geval per geval. We draaien nu al maanden met meer dan honderd mensen extra op het terrein, die op pad zijn om te controleren en te sensibiliseren.”

Een van de pijlers om de coronapandemie in te dammen is social distancing. Ook de politie moet noodgedwongen meer afstand nemen met de burger, en daarin schuilt voor Bart dan ook de grootste verandering tegenover het pre-coronatijdperk: “Waar de omgang met de burger vroeger losser en gemoedelijker was – de Gentse politie staat dicht bij de mensen – is die nu veel afstandelijker. Dat mondmasker alleen al zorgt voor een barrière. Bovendien gaan mensen zich veel sneller zorgen maken als ze agenten met een half gelaatsmasker zien toekomen.”

Foto R.V.

Minder pv's

Zoals altijd zijn er ook in coronatijden burgers die de kantjes ervan aflopen of zich boven de wet wanen. Hoe zit het met de discipline onder de bevolking? “Een kleine minderheid houdt zich niet aan de regels”, aldus de hoofdinspecteur.

“Sommige mensen kun je gewoon niet sensibiliseren. Maar de meesten hadden snel door dat dit niet zomaar een verkoudheidje was. We schreven op het hoogtepunt van de crisis gemiddeld zo'n 200 pv's uit op drie dagen, hetgeen beduidend minder is dan normaal. De verwachte stijging van het familiaal geweld viel al met al mee in onze zone.”

Achterpoortjes

Tijdens de lockdown heerste regelmatig onduidelijkheid over wat nu wel en niet mocht in de openbare ruimte. De regels waren niet altijd even eenduidig, en sommige hielden geen steek. Ook Bart had zijn bedenkingen – zonder zijn professionaliteit te verliezen: “Sommige regels voelen niet oké aan, ook voor ons. Ik vind het absurd dat ik mensen moet verbieden om in de speeltuin te komen, terwijl ze een meter verder wel in het gras mogen zitten. Maar het is niet aan ons om die regels in vraag te stellen.”

En dan heb je nog die nationale sport in België: de jacht op de achterpoortjes in de wet. “Dat ligt in de natuur van de Belg”, beaamt Bart. “Dan krijg je uitzondering op uitzondering op uitzondering… Op den duur zie je door de bomen het bos niet meer.”

Welke lessen kan het korps ten slotte trekken uit deze crisis? “Ik denk dat er een aantal werkprocessen tegen het licht gehouden zijn. Sommige vastgeroeste gewoontes worden in vraag gesteld en waar nodig geoptimaliseerd. Daarnaast is de bewustwording rond veiligheidsmaatregelen groter. Die zullen waarschijnlijk permanent gelden, zeker omdat er een tweede golf verwacht wordt. Ook wordt het belang van hygiëne nu hoger ingeschat. In die zin is corona bevorderlijk voor de algemene netheid binnen het korps.”

Quentin Soenens