Premier Wilmès vindt tegenstelling tussen economie en mensen "karikaturaal"
De eerste minister kreeg tijdens het wekelijkse vragenuurtje een waslijst vragen voorgeschoteld over de exit-strategie en de bekritiseerde persconferentie waarop vorige vrijdag meer tekst en uitleg werd gegeven. Daarbij weerklonk het verwijt dat de economie de voorrang heeft gekregen op het menselijke contact. "We gaan onze baas eerder terugzien dan onze familie", stelde Peter Mertens (PVDA).
Wilmès bijt van zich af
De premier was het niet eens met die tegenstelling. "We hebben allemaal zin om onze naasten te zien. Ik ook, en we houden daar rekening mee", aldus Wilmès. Maar de beperkingen die de overheid oplegt, "zijn geen keuze. Ik hoop dat iedereen dat beseft". Ze benadrukte dat het coronavirus in de eerste plaats de ouderen treft."«We missen onze ouders, maar we moeten erg opletten voor die generatie, die sneller wordt getroffen".
De striemende kritiek die ze kreeg voor haar communicatie van de exitstrategie valt wel niet in dovemansoren. De premier zegt in de Kamer dat de maatregelen tegen het coronavirus in ons land wel degelijk hebben gewerkt, maar erkent dat de communicatie vorige week beter kon. "We moeten naar deze kritiek luisteren en ze accepteren, maar we moeten er vooral rekening mee houden voor de toekomst."
Knockdown?
Peter De Roover (N-VA) is blij dat er perspectief is op een economische heropleving. "We moeten opletten dat de lockdown niet eindigt in een knockdown", waarschuwde hij. Toch vindt hij dat er veel onduidelijkheid blijft en begrijpt hij niet waarom het ministerieel besluit met de ingrepen nog niet is gepubliceerd. "Mensen willen regels volgen indien er een logica achter zit en indien die duidelijk zijn".
"Vernederend in een welvaartsstaat"
Ook Meryame Kitir (sp.a) benadrukte dat de motivatie van de bevolking slinkt indien de boodschap niet duidelijk is. Barbara Pas (Vlaams Belang) wil eveneens meer duidelijkheid, bijvoorbeeld over de levering van mondmaskers aan de bevolking. "De mensen die zelf laten knutselen is vernederend in een welvaartstaat".