Rik Verheye afgeblaft door vrouw omwille van tweede verblijf: "Gij hebt hier niks te zoeken"
Rik Verheye werd enkele weken aangesproken door een inwoonster van Knokke op een supermarktparking. Ze herkende hem en vroeg zich luidop af of hij niet in Antwerpen moest zijn. Amai, wat doe jij in Knokke?', sneerde ze farce met een kauwgom tussen haar veel te bleke tanden. Ik zei: Ik woon hier, en u?' 'Woon je dan niet op t Zuid in Antwerpen zoals de echte acteurs?', repliceerde ze. Natuurlijk woon ik daar ook', ging ik verder. Maar nu ben ik in Knokke en ga ik naar de winkel om dan terug naar huis te gaan', vertelde hij in een column op Radio 1.
"Niet meer dan een ander"
De vrouw ging verder op haar afkeurende elan. Ben je een tweede verblijver of wa?!', vroeg ze iets te luid naar mijn goesting. Mag niet, meneer, Verheyen.' Verheye', zei ik, zonder -n. En ja, ik ben hier tweede verblijver, mevrouw, en dat in mijn eigen geboortestad dan nog. Maak dat mee.' Ja? Amai', ging ze verder. 't Is niet omdat ge een BV zijt dat ge meer moogt dan een ander, hé.' Mijn bloed begon zowaar te koken. Op zo'n moment is het vechten om de innerlijke Jay Vleugels in mij te onderdrukken. Gij hebt hier niks te zoeken, hé', sneerde ze giftig, klonk het.
Mantelzorger
De 33-jarige acteur moest zich inhouden. Hij was immers daar om een familielid te helpen. Ik had zoveel kunnen zeggen nu. Ik had gewoon eerlijk kunnen zeggen dat ik dicht bij mijn familie in de buurt moet zijn. En wil zijn en mag zijn. Dat ik in deze vreemde tijden, als enig kind, verantwoordelijk ben als mantelzorger voor de persoon die ik het liefste zie in mijn leven. En dat ik daar een gewettigd attest voor heb gekregen en of ze dat graag eens wil zien misschien? Mantelzorger, een woord dat ze volgens mij nooit had begrepen. Ze zou gedacht hebben dat ik ergens, in een vestiaire van een theater, op mantels zou moeten babysitten. Maar in plaats van haar dat te zeggen, snauwde ik baldadig: Bel dan de flikken, hé.' Waarop zij awel, ja' terugblafte", ging hij verder.
Tussenkomst van politie
Op dat moment reed er plots een politiecombi de parking op. En?', zei de agent, gaat het een beetje? Want ik hoorde dat het niet zo evident gaat allemaal.' Waarop ik snel onderbrak, want ik wilde niet dat de vrouw hoorde wat er zich exact afspeelde: Ja, het gaat goed. Alles komt goed.' 'Ah, allez, da's prima. Goed dat je hier bent dan. We zijn trots op je. En tevreden om je nog een keer in 't echt te zien. Tof van nog een keer een echte Knokkenaar tegen te komen in plaats van al die aangespoelden hier.' Ik zag hoe de agent de vrouw, de aangespoelde vrouw zoals hij haar noemde, een vluchtige blik toewierp. Iets in mij zei me dat ze elkaar al eens eerder hadden gezien. We namen afscheid en toen ik daarna de aangespoelde vrouw een laatste keer aankeek, besefte ik dat het vooroordeel dat botox elke vorm van gezichtsuitdrukking lam legde, volledig onterecht was. Ik wenste haar een fijne dag, trok mijn mondmasker in positie en wandelde vastberaden de winkel in, samen met Michael Kiwanuka zingend in mijn oren. Home again, maakte hij zijn verhaal af.