Ruim 10% van nationale parken opgebrand in Australische deelstaat New South Wales
In de Australische deelstaat New South Wales is meer dan 10 procent van de oppervlakte van de nationale parken in vlammen opgegaan als gevolg van de hevige bosbranden van dit seizoen. Alleen al in het Blue Mountains Nationaal Park, dat tot het werelderfgoed van UNESCO behoort en in de buurt van Sydney ligt, gaat het om 20 procent van het natuurgebied, meldt de Guardian Australia op basis van cijfers van de overheid. Ook in de Gondwanaregenwouden - met 50 afzonderlijke reservaten die samen 3.665 km2 beslaan het grootste areaal aan subtropische regenwouden ter wereld - is de schade enorm, verklaart ecoloog en voorzitter van de raad voor natuurbehoud van New South Wales, Chris Gambian. Hij heeft het over een "uitzonderlijke crisis" en een "wereldwijde tragedie".
Alles samen werd sinds 1 juli tot nu 800.000 hectare bush in de as gelegd in de nationale parken van de staat, aldus Gambian. Dat is tien keer zoveel als in het volledige bosbrandenseizoen van vorig jaar, toen 80.000 hectare werd verwoest.
Over de hele staat, dus ook buiten het gebied van de nationale parken, is zo'n 1,9 miljoen hectare aan land opgebrand. Zes personen lieten het leven en 673 huizen gingen verloren. Dinsdagochtend telden de autoriteiten in New South Wales nog zo'n 118 bosbranden, waarvan 48 nog niet onder controle zijn. Daarmee is het huidige bosbrandenseizoen het ergste sinds 2002-2003. Toen werd meer dan een miljoen hectare land in de parken en reservaten getroffen.
De specifieke omgevingsfactoren maken het in combinatie met de hevige wind en de uitzonderlijk lage vochtigheidsgraad voor de brandweer erg moeilijk en gevaarlijk, legt een woordvoerster van het regionale departement ruimtelijke ordening en milieu uit. "Velen hebben al gezegd dat de situatie dit jaar van een ongekende omvang is, en onze ervaring tot hiertoe lijkt hen daarin gelijk te geven", aldus de woordvoerster.
Ook de inwoners van Sydney ondervinden nog steeds de gevolgen van de bosbranden in de buurt. In de metropool hangt op de meeste dagen een dikke rookmist, die vaak gepaard gaat met een doordringende brandlucht. Gegevens van de autoriteiten tonen aan dat de luchtkwaliteit in de stad dit seizoen drie keer zo slecht is als op een eender welk ander moment van de afgelopen vijf jaar.
Vooral het verhoogde niveau in de lucht van PM2,5 fijnstofdeeltjes, die als meest schadelijk voor de gezondheid worden beschouwd omdat ze het diepst doordringen in de longen, baart zorgen. In de vorige vijf jaar werd er in Groot-Sydney slechts vijf keer een dagmaximum gemeten dat hoger lag dan een Air Quality Index (AQI) van 100, wat wijst op een heel slechte luchtkwaliteit. Maar in november en december van dit jaar zijn nu al ongeveer 80 dagmaxima geregistreerd hoger dan 100 AQI. En in een kwart van de gevallen ging het om een niveau van meer dan 200 AQI. In gezondheidstermen betekent dit dat het toxische gehalte in de lucht op sommige plaatsen overeenkomt met het roken van vier tot tien sigaretten per dag, schrijft de openbare omroep ABC online. Dinsdag werd een AQI van 669 gemeten, het equivalent van 30 sigaretten per dag.
Volgens Richard Broome, directeur milieugezondheid van het regionale ministerie van Gezondheid, is er de jongste tijd en toename te merken van het aantal personen dat zich in het ziekenhuis aanmeldt met ademhalingsproblemen. In de week van 16 tot 22 november liepen er om deze reden ongeveer 2.230 oproepen voor een ziekenwagen binnen, een stijging met 22,5 procent in vergelijking met het wekelijkse gemiddelde in Sydney.
Welke impact deze wekenlange blootstelling aan de rooklucht op middellange tot lange termijn heeft op de gezondheid is niet duidelijk, benadrukken de autoriteiten. Daarover zijn er nog te weinig studies uitgevoerd. Inwoners krijgen de raad om buitenactiviteiten tot een minimum te beperken, ruimtes met airconditioning op te zoeken en een mondmasker te dragen, iets wat steeds meer mensen intussen lijken te doen.
bron: Belga