Scholen zeggen te vaak "nee" tegen kinderen met beperking
Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen trekt aan de alarmbel. De voorbije maanden ontving hij heel wat e-mails en klachten van verontwaardigde ouders van kinderen met een beperking die geen schoolplaats vonden voor hun zoon of dochter. Nochtans heeft het recent ingevoerde M-decreet als doel om leerlingen met speciale zorgen zo veel mogelijk op te nemen in gewone klassen. "Te makkelijk worden de kinderen afgescheept, wat wettelijk eigenlijk niet meer kan", aldus de kinderrechtencommissaris. Om het probleem op de politieke agenda te zetten, maakte hij een kritische, tussentijdse evaluatie van het decreet.
"Houden vast aan standaardaanpak"
Daarin stelt hij dat er geen algemeen probleem is, maar dat er tussen de scholen wel een verschil is in de bereidheid om die studenten toe te laten. "Sommigen doen heel veel, anderen weigeren pertinent na te denken en raden ouders aan om elders naartoe te gaan, want ze willen vasthouden aan de eigen standaardaanpak", luidt het. De oorzaak van de weigering is ook vaak onwetendheid. Het decreet schrijft "redelijke aanpassingen" voor, maar het is niet voor alle gevallen duidelijk wat dat inhoudt.
Vanobbergen pleit dan ook voor een flexibele samenwerking met het bijzonder onderwijs, zodat kennis en expertise kan uitgewisseld worden. Bovendien wil hij een laagdrempelig overlegorgaan zien opgericht worden. Verongelijkte ouders kunnen momenteel een klacht indienen bij Unia, het voormalig Centrum voor Gelijkheid van Kansen, maar ze hebben vaak angst om de bruggen met de school op te blazen. "En het Centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) wordt vaak vereenzelvigd met de school."
Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) is zich bewust van de moeilijkheden. "Ik erken dat er nog plaatsen zijn waar er discussies blijven over waar een kind het best thuishoort", aldus de minister. Een extra overlegorgaan ziet ze niet zitten en ze verwijst naar de bemiddelingscommissie die momenteel tussenbeide komt als ouders zich niet kunnen vinden in het oordeel van het CLB.
Foto Belga / B. Fahy