SOUNDCHECK. Weer naar de oervorm na de terugkeer van Geike: "Hooverphonic is een instituut geworden"

De iconische oerversie van Hooverphonic is terug. Voor velen waren Geike Arnaert, Alex Callier en Raymond Geerts sowieso ‘The Magnificent Three' maar ook voor de band voelt het aan als een warme en vertrouwde thuiskomst.
door
quentin.soenens
Leestijd 5 min.

Callier (foto rechts): «Je moet er zeker geen masterplan achter zoeken. Het gebeurde gewoon. Geike belde me op voor enkele praktische zaken rond Hooverphonic-nummers die ze wil brengen in een nieuwe reeks ‘Liefde Voor Muziek'. En je begint dan wat te praten. Ik vertelde Geike dat we bezig waren met de voorbereidingen van de twintigste verjaardag van ‘The Magnificent Tree'. Iemand opperde om de 2020 remake versie van ‘Mad About You' (sinds maandagnacht officieel uitgebracht, nvdr.) door de originele stem te laten inzingen en dat leek een prima idee. En voor we het goed en wel beseften, bleek dat elk van ons bijzonder veel goesting had om terug samen op te treden en muziek te maken.»

De split in 2008 was emotioneel best een rollercoaster, maar er is nooit met modder gegooid.

Callier: «Omdat er ook geen reden was om met modder te gooien. Geike wilde een soloplaat maken en kon dat toen niet combineren met de verplichtingen binnen Hooverphonic. Ze moest haar eigen vleugels uitslaan om andere ervaringen te kunnen opdoen.»

Geerts (links): «We kennen elkaar al zo lang en zijn verre van rancuneus. Dat we nu terug met de meest iconische bezetting kunnen gaan optreden en opnemen, is een ‘once in a lifetime'-kans. En het voelt bovendien zeer natuurlijk en goed aan.»

Arnaert (centraal): «Het voelt voor mij ook aan als thuiskomen. Eigenlijk wilden we niet meer dan de twintigste verjaardag van het album vieren, maar door erover te praten kwamen er zoveel mooie herinneringen bovendrijven. Ik kijk er echt naar uit om terug in het verhaal te stappen. Het is best een vreemde sensatie en we zien wel hoe de fans gaan reageren, maar ik heb er vertrouwen in.»

Callier: «Door de gesprekken ontstond er een nieuwe connectie waarin de honger naar een gezamenlijke toekomst alleen maar groter werd, beseffend dat we met zijn drieën heel wat gedeelde ervaringen in dat nieuwe verhaal kunnen onderbrengen.»

Je kan nu je eigen werk opnieuw gaan coveren met een frisse insteek.

Callier: «Ik had wel wat vraagtekens toen ik aan de remake van ‘Mad About You' begon, want het is en blijft een iconisch nummer. Maar eens we Geikes stem opnamen, voelde alles zeer vertrouwd aan. Vergeet niet dat we elf jaar intens hebben samengewerkt, dat veeg je niet zomaar uit. Ik vind de nieuwe opname meer ingetogen klinken. De harmonie is nog meer melancholisch en beklemmend. Ik heb de toonaard veranderd en dat bepaalt de sfeer voor een zeer groot deel.»

Het feit dat Luka geen deel meer uitmaakt van het verhaal bewijst dat Hooverphonic als geheel veel sterker is dan het individu die de groep voedt.

Callier: «Het is een harde noot voor haar om te kraken. Ze is en blijft een geweldige zangeres en we hebben drie jaar intens samengewerkt en de wereld rondgereisd maar de samenwerking stopt hier. Universal zal haar solosingle in goede banen leiden en als ze het wil, blijf ik haar ook solo met heel veel plezier begeleiden. Maar het klopt. Hooverphonic is een instituut geworden, een beetje als een modehuis, en ik ben er best fier op.»

Hooverphonic kan na al die jaren terugblikken op een wel zeer ruime songcatalogus en platen die een verschil hebben gemaakt.

Callier: «Het blijft me steeds verrassen hoe er op ouder werk gereageerd wordt. Ook binnen de groep en haar entourage. De ene vindt ‘Blue Wonder Power Milk' uit 1998 de max, iemand anders breekt dan weer een lans voor ‘No More Sweet Music' uit 2005 terwijl ik ‘The President Of The LSD Golf Club' uit 2007 ons beste werk vind. En net die plaat werd dan weer minder onthaald. We spelen live ook steevast enkele songs uit dat album. (lachend) Wanneer ik dan vraag wie ze in huis heeft, steekt er een man of twee de hand op. Ze klonk ook intiemer, misschien lag het daar aan.»

Wat is dat toch met ‘Mad About You'? Waarom wordt het ene nummer een icoon binnen het oeuvre en het andere niet?

Callier: «Daar kan ik geen sluitend antwoord op geven, maar ‘Mad About You' is aan de basis eigenlijk gewoon een bluesnummer. Het werd ingezongen door een negentienjarig meisje uit West-Vlaanderen, de strijkers klonken zeer Hollywoodiaans en dan die beat... Het nummer kreeg iets magisch door de combinatie van die verschillende ingrediënten.»

Geerts: «De versie die we met Noémie in de Elisabethzaal in Antwerpen live hebben opgenomen, wordt ook nog bijzonder veel gestreamd en bekeken. Over de 104 miljoen op YouTube alleen al, meer dan een miljoen op Spotify. Het zegt iets over de magie van dat nummer.»

Geike, ik kan me voorstellen dat je de afgelopen weken in de Hooverphonic-catalogus bent gedoken. Hoe voelde dat aan?

Arnaert: «Spannend, maar toch vertrouwd. Het voelt ook opwindend aan om weer een eigen verhaal in die songs te kunnen leggen. Ik wil me nu live inwerken en wat er daarna gebeurt zien we wel. Het is een wereld die ik ken en de afgelopen jaren heb ik met mijn twee soloalbums een ander pad kunnen verkennen.»

Elk van jullie heeft een eigen identiteit die sterk genoeg is om alleen de wereld aan te kunnen. Op die manier kan alles en hoeft er eigenlijk niets. Ik vermoed dat zoiets een enorme rust schenkt.

Callier: «Geike heeft de kans gekregen en genomen om haar eigen verhaal te vertellen en Hooverphonic heeft bewezen dat het ook zonder haar overeind weet te blijven. Daardoor kunnen we met vertrouwen naar de toekomst kijken. We hebben ook bijzonder veel goesting om aan de nieuwe plaat te werken, die ergens rond april 2021 zal verschijnen. Toegegeven, nu Geike terug aan boord is gaan we zeer sterk uit de hoek moeten komen, maar dat moet wel lukken. Ik wil nog geschiedenis schrijven met deze band.»

Op het songfestival in Rotterdam volgend jaar of ooit een Bond-film?

Callier: «We zien wel, maar (lachend) het was een leuk extraatje om ‘out of the blue' te kunnen zeggen aan Geike dat ze zich daar ook al op mag voorbereiden. Ach, het songfestival... Dat is mijn campy, kitschy kant. We hebben een shortlist met songs en zijn er nog niet echt uit. Maar de favoriet voor Rotterdam is zeker niet het meest ‘Bondeske' nummer. Denk eerder aan een mix van Ennio Morricone en John Barry. We zien wel...»

Dirk Fryns