SOUNDCHECK. Willy Willy rockt nog een laatste keer: "Ik omarm het 'nu'"

Willy Willy heeft na veertien jaar samen met The Voodoo Band een nieuwe, heerlijk dampende soloplaat uit. ‘Vampire With A Tan' is een ongecompliceerde ode aan het onversneden rock ‘n' roll-leven terwijl ‘the man so nice they named him twice' een ongelijke strijd levert tegen de gemene ‘big C'-ploert.
door
Xavier
Leestijd 5 min.

Afgelopen zondag stelde Willy Willy de plaat voor in De Casino te Sint-Niklaas. Op het podium o.a. zijn Scabs-buddy Guy Swinnen die af en toe insprong om Willy een rustpauze te gunnen. Ontroerend mooi om te ervaren hoe een 59-jarige gitaarheld in zijn huidige fragiliteit toch de snedigheid vindt die hem ooit klaarstoomde voor een leven in dienst van de six string.

Heerlijk om vast te stellen dat de versterkers op 'Vampire With A Tan' nog eens op elf mogen en de gitaar als een wilde hengst bereden wordt. Een regelrechte verademing, Willy.

Willy Willy: "Ik had één groot dogma voor deze plaat: geen keyboards, enkel gitaren en alles wat er opgenomen wordt, moeten we ook zelf live kunnen spelen. Het is mijn derde soloalbum en ik heb er mijn tijd voor genomen. Het moest sowieso mijn beste plaat worden. Net als op de twee vorige platen zorgde mijn goede vriend Patrick Riguelle voor de productie. Hij weet hoe ik wil klinken en is naast een goede gitarist en zanger ook sterk op mondharmonica en percussie. Het merendeel van de plaat hebben we samen geschreven. Maar ook Guy heeft aan drie songs meegewerkt. Hij kan als het ware mijn zinnen afmaken. En samen kunnen ze een nummer een personage geven waarin me kan vinden."

Ik voel heel wat liefde afstralen van deze plaat en bovendien zijn de foto's gewoon top.

"Net omdat ze opgenomen is met mensen die ik graag zie en me naar een hoger niveau tillen. Voor de foto's heb ik mijn oudste vriend Danny Willems opgebeld. Hij maakt mijn ziel zichtbaar, net omdat er zoveel vertrouwen is. En natuurlijk mijn vrouw Michèle die al 28 jaar een soort natuurlijke schaduw is van mezelf. Al die mensen maken het zware verdict dat ik kreeg toch draagbaar. De tijd is beperkt geworden en dan hou je enkel de essentie over. Ik wil ook niet zitten janken heel de dag. Het moet een positieve boodschap blijven, een ode aan het leven."

Een leven dat je al vanaf je veertiende zelf hebt vormgegeven. Terwijl je leeftijdsgenoten nog volop het groen achter hun oren moesten wegkrabben, zag jij het verblindende rock 'n roll-licht.

"Allemaal de schuld van The New York Dolls ergens in 1973 op de BRT, meteen na ‘Boer en Tuinder'. (lachend) Voor mijn omgeving waren het duivels die hun ziel aan Satan hadden verkocht. Terwijl ik ze eerder zag als engelen met een hoek af. Maar ik wist wat er me te doen stond. Ik had als vierjarige ooit een plastic Roy Rogers-gitaar gekregen. Die zingende cowboy sprak toen al tot mijn verbeelding, maar het echte werk begon na de Dolls. Op mijn zestiende was ik weg van school. Overdag in een vleesfabriek, 's avond rock 'n roll. Twee jaar later naar het leger, pure horror die mijn afkeer van autoriteit alleen maar vergrootte. Maar het heeft de basis gelegd van wie ik uiteindelijk geworden ben."

Pour la petite histoire: Willy Willy was betrokken bij enkele sleutelmomenten uit onze vaderlandse muziekgeschiedenis. Begin jaren tachtig vervangt hij Luc Van Acker bij Arbeid Adelt en is hij, omgeven door prehistorische elektronica, de enige met een versterker op het podium. Iets later jamt hij samen met de in 1991 overleden bassist Dirk Schoufs in de Brusselse metro om wat geld bij te verdienen. Het is het ‘Just A Friend Of Mine'-zaadje dat ten volle zal ontkiemen in Vaya Con Dios. En dan natuurlijk The Scabs. «Ik ben weggegaan bij Vaya Con Dios omdat ik liever rock 'n roll wilde spelen. Mijn toekomst lag bij The Scabs.»

Waarvoor je op 30 januari tijdens de MIA'S een Lifetime Achievement in ontvangst mag nemen.

"Het doet wel wat met een mens. Erkenning is mooi, zeker wanneer je ze verdient zonder je broek te laten zakken. Er staat in januari een tournee gepland met The Scabs in verschillende culturele centra. Ik hoop dat het gaat lukken en er zijn goede afspraken gemaakt. Er zal ook altijd een bedje klaarstaan om wat te rusten. Ik weet niet wat de toekomst zal brengen. Ik moet het nu omarmen en zeker de dagen dat het wat beter gaat."

Wat me terugbrengt bij ‘Vampire With A Tan'. Je was nog kerngezond toen je de studio boekte, niet?

"Absoluut. Het was wachten op Patrick maar in 2015 was het zover met The Dungeon in Lier als locatie, achter de hoek van Lange ‘Triggerfinger' Polle. Daar kon ik mijn Fender Princeton reverb amp in een aparte ruimte volledig openzetten om die heerlijk natuurlijke lampenvervorming te krijgen. (met een brede smile) Ik proef dat geluid nog steeds. Dat in combinatie met mijn Gibson Les Paul Junior, ‘ooh baby'. Ik boekte vaak maar een dag of twee en dat verspreid over een lange periode. Dat gaf me de tijd en rust om alles te beluisteren en bij te sturen. Geen druk van buitenaf. Tien eigen songs en twee covers: ‘Vampire Blues' van Neil Young, gecoverd in pure J.J. Cale-stijl. En ‘In Every Dream Home A Heartache' van Roxy Music. Hoe rijkdom en luxe toch tot totale vervreemding kunnen leiden. Fascinerend."

Ik heb nog eens naar je interview met Keith Richards gekeken toen die in 2010 zijn biografie uitbracht en jij onverwacht voor VTM naar Parijs werd gereden.

"Een van de hoogtepunten uit mijn leven. Na een kwartiertje kletste hij me al op de billen en vlogen de high fives in het rond. Alsof we al jaren vrienden waren. Hij was blijkbaar ook gefascineerd door mijn verschijning. Een zeer aimabele man zonder kapsones. Hij sloot het gesprek af met zijn visie over muziek maken. Het kwam er op neer dat je de essentie gewoon moet doorgeven aan de volgende generatie. Blijven spelen zolang het kan. Met opgeheven hoofd. Zoals ik zing in ‘Seven Days (on the roll)'. ‘I'll just blow my final breath on the rock 'n roll patrol...'"

‘Vampire With A Tan' is uit bij Quest4 en verschijnt binnenkort ook op vinyl.

Dirk Fryns