Steeds minder koppels kiezen voor een prenup

Vorig jaar hebben nog geen vier op de tien koppels ervoor gekozen om een huwelijkscontract af te sluiten. Dat is het laagste peil in vijf jaar, zo blijkt uit een studie van Kamerlid Sonja Becq (CD&V).
door
Liesbeth
Leestijd 1 min.

Dankzij zeemzoete Hollywoodfilms heeft het huwelijkscontract een slechte naam gekregen. Dat merken we ook bij onze landgenoten, die steeds vaker ‘onbezonnen' in het huwelijksbootje stappen. Zo geven elk jaar zo'n 40.000 stelletjes elkaar het jawoord, maar kiest amper 36,88% voor een prenup. Met zo'n huwelijkscontract kunnen echtparen nochtans duidelijke afspraken maken over wat ze gemeenschappelijk willen beheren of wat de partner krijgt in geval van scheiding of overlijden.

"Wie geen huwelijkscontract opstelt, is automatisch gehuwd onder het wettelijk stelsel", legt Becq uit. "Grosso modo houdt dit in dat wat je verdiend en verworven hebt, jouw eigendom blijft. Wat er na het huwelijk bijkomt, wordt bij scheiding of overlijden verdeeld." Schenkingen of erfenissen tijdens het huwelijk blijven van de begiftigde alleen, tenzij daar expliciet anders over wordt beslist.

"Het is een geruststelling dat meer dan de helft van de koppels de wettelijke regeling ervaart als een correcte vertaling van wat men verwacht binnen het huwelijk", besluit het CD&V-Kamerlid.

Als een echtpaar later toch nog kiest om een contract te wijzigen, willen ze vaak nog meer delen dan wettelijk voorzien. Dat is volgens Becq een teken dat de partners een grote solidariteit opbouwen naar elkaar toe.