Teheran ruilt reclameborden voor kunstwerken
De reclameborden in Teheran, de hoofdstad van Iran, tonen normaal gezien de laatste nieuwe gadgets, huishoudtoestellen of chips met kaassmaak. Ook tonen ze foto's van martelaren uit de 'achtjarige oorlog' met Irak in de jaren '80, quotes van religieuze leiders en de, nu minder vaak voorkomende, "dood aan Amerika"-posters.
Maar van de ene dag op de andere heeft de stad een facelift gekregen. In een project waarmee de burgemeester hoopt meer mensen richting musea te leiden, werden de reclameborden vervangen door werken van bekende lokale en buitenlandse kunstenaars. Tien dagen lang zullen de afbeeldingen van kunstenaars zoals Pablo Picasso, René Magritte en Henri Matisse de hoofdstad omtoveren in een stedelijke kunstgalerij.
Langs de lange Modarres-snelweg, genoemd naar een beroemde islamdeskundige, kunnen voorbijgangers nu De Schreeuw van Edvard Munch bewonderen. Een andere straat stelt The Son of Man van de Belgische surrealist René Magritte tentoon, naast een kunstwerk van de bekende Iraanse artiest Sohrab Sepehri.
De in totaal 700, kunstwerken zijn verspreid over 1.500 reclameborden doorheen de stad. Het project, 'Een Gallerij Zo Groot Als de Stad' genaamd, wordt zowel online als door de Iraanse pers positief onthaald. Sadra Mohaqeq, een Iraanse journalist was erg enthousiast.
"Het is heerlijk om te zien hoe reclames voor wasmachines, of voor grote banken vervangen zijn door een Rembrandt, of een Cézanne, of een Picasso. Kan het nog beter?" vertelt hij aan de Britse krant The Guardian. "Tien dagen lang zijn mensen vrijgesteld van de reclameborden die alleen maar aanzetten tot consumptie. Het zal de visuele smaak van de inwoners positief beïnvloeden."
Teheran bezit ook een geheime schat waar buitenlanders weinig van weten. Het Museum van Hedendaagse Kunst bevat, met origineel werk van Jackson Pollock, Francis Bacon, Andy Warhol Mark Rothko, Munch en Magritte, één van de mooiste collecties van moderne kunst buiten Europa en de VS.
Maar de werken liggen al meer dan dertig jaar stof te verzamelen in de kelder van het museum. Ze werden geklasseerd al onislamitisch, pornografisch of "te homoseksueel", velen werden nooit vertoond aan het publiek. Anderen werden maar één of twee keer tentoongesteld.
Door de strenge censuur van de overheid ontvluchtten veel Iraanse kunstenaars het land. Recent deed een Iraanse krant een navraag bij 100 kunstkenners met de vraag wie de belangrijkste Iraanse kunstenaars zijn. Van de tien geselecteerde kunstenaars leven er acht in ballingschap.