Tien procent meer arbeidscontracten van onbepaalde duur beëindigd in 2018

door
Belga
Leestijd 2 min.

In 2018 werd een einde gesteld aan 12,1 procent van de arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur. Dat is een stijging met 10 procent in vergelijking met een jaar eerder. Ook toen was er al sprake van een stijging. Slechts in één op de vijf gevallen is het de werkgever die beslist om een einde te maken aan de samenwerking. Dat blijkt uit de analyse van de gegevens van werknemers bij meer dan 45.000 werkgevers door hr-dienstenbedrijf Acerta. Verloop is op zich geen ramp, maar toch moeten bedrijven met de huidige krappe arbeidsmarkt kijken naar manieren om werknemers aan zich te binden. Acerta spreekt over het 'rematchen' van werknemers. "Hen een rol aanbieden in de organisatie waarin de betrokkenen én de organisatie zich goed voelen en waarin de werknemers hun talenten maximaal tot hun recht kunnen laten komen", zegt Tom Vlieghe, directeur Career Center. "Dat vraagt ook een inspanning van de werkgever en de werknemer op vlak van omscholing, maar rendeert voor beide partijen op langere termijn."

Er is niet alleen de inhoudelijke uitdaging. Ook de 'fit' met het bedrijf, de relatie met collega's en vooral de leidinggevende spelen een belangrijke rol. "Nog belangrijker is om medewerkers inspraak te geven", aldus Vlieghe.

Werknemers beëindigen hun contract van onbepaalde duur vooral in kleinere bedrijven en de profitsector. In ondernemingen met één tot vijf werknemers neemt 17 procent van de contracten van onbepaalde duur een einde. In bedrijven met meer dan 500 werknemers is dat 7,49 procent. "Zij hebben het makkelijker om hun werknemers interne doorgroeimogelijkheden aan te bieden of, als ze uitgekeken zijn op hun huidige job, hen een andere rol of functie te geven. Wellicht hebben grotere bedrijven ook een steviger hr-beleid uitgebouwd", meent Vlieghe.

In de profitsector (13,3 procent) ligt het percentage contractbeëindigingen beduidend hoger dan in de social profit (9,7 procent). "De arbeidskrapte is in de zorg nog groter dan elders. Dat op zich zal al een motivator zijn voor werkgevers in die sector om extra te investeren in retentie van hun werknemers."

De social profit ziet haar werknemers dubbel zo vaak als de profit vertrekken wegens pensionering. Eén op de acht contracten daar neemt een einde omdat de werknemer met pensioen gaat. De vergrijzing in die sector slaat toe, aldus Acerta, maar het geeft ook aan dat de behoefte aan instroom van nieuwe werknemers in de social profit groeit.

bron: Belga