Wie Black Friday zegt, zegt Thanksgiving. En wie Thanksgiving zegt, zegt natuurlijk kalkoen! Bij ons staat die vooral met kerstavond op tafel, maar in de States gaat hij al eind november in de oven. Het klassieke Amerikaanse recept vind je hier. En we stellen je nog wat extra bijgerechtjes voor.
Ingrediënten voor 4 personen
1 kalkoen van 4 kg / 150 g mais / 200 g ontpitte pruimen / 10 sneetjes zacht witbrood / 4 plakjes bacon / 1,5 dl melk / 15 g suiker / 1/2 citroen / 3 el. maisolie / zout en peper / 50 g boter / 15 g Maizena / 1 ui / 1 tl peterselie
Fruit de gesnipperde ui, pruimen, mais en bacon in 2 el olie en boter.
Meng de bereiding in een kom met peterselie en het verkruimelde brood. Voeg een beetje zout en peper toe en giet er de melk bij. Als die geabsorbeerd is, voeg je het citroensap toe.
Vul er de kalkoen mee, bestrijk met olie, dek af met aluminiumpapier en plaats in een voorverwarmde oven op 160°. Laat 3 uur garen en bedruip regelmatig.
Voor de saus: karamelliseer de suiker met 1 el water. Roer het kookvocht erdoor, voeg de in water opgeloste maizena toe en laat op een laag vuur indikken.Risotto met pompoen, sint-jakobsschelpen en Beaufort-kaas
Ingrediënten voor 4 personen
250 g risottorijst / 1 ui / 1 teentje knoflook / 50 g boter / 1 l kippenbouillon / 15 cl witte wijn / 300 g Beaufort / 300 g pompoen / ½ bos lente-uitjes / 12 sint-jakobsschelpen / 50 g boter / zout en peper
Bruin de gesnipperde ui en het knoflook in een pan met de boter, voeg de rijst toe en laat die transparant worden.
Voeg de witte wijn toe en kook al roerend tot die geabsorbeerd is. Voeg de in blokjes gesneden pompoen en twee opscheplepels vooraf opgewarmde bouillon toe.
Laat koken en voeg de bouillon lepel per lepel toe, zodat de risotto romig blijft.
Als de rijst gaar is, voeg je de geraspte Beaufort en de gehakte lente-uitjes toe. Controleer de kruiding.
Bak de gekruide sint-jakobsschelpen snel in een hete, beboterde pan gedurende ongeveer 6 minuten. Let erop dat de kern zacht blijft.500 g bloem / 250 g + 50 g boterklontjes / 50 g poedersuiker / 1 tl zout / 1 el ciderazijn / 7 el koud water / 5 Granny Smith-appels / 1 el kaneel / 100 g bruine suiker / 1 vanillestokje / 3 el maismeel / 2 el citroensap
Meng de bloem, het poedersuiker en het zout met 250 g boterklontjes. Voeg water en azijn toe en meng met de hand tot je een homogeen deeg hebt.
Verdeel het deeg in twee ballen van dezelfde grootte. Verpak ze in een plastic film en laat ze een uur rusten in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 180 ° C. Meng de appelstukjes met de bruine suiker, het kaneel en de vanille.
Meng het maismeel met het citroensap.
Smelt 50 g boter in een pan op een middelhoog vuur. Als de boter begint te schuimen, voeg je de stukjes appel toe. Laat bakken.
Als ze mooi bruin zijn, doe je er het mengsel van maismeel en citroensap bij. Roer 5 minuten en zet opzij.
Vet een bakvorm met een diameter van 25 cm in en bestrooi met bloem. Strijk de twee deegballen uit op een met bloem bestrooid oppervlak, om twee cirkels te verkrijgen met een diameter die 5 cm breder is dan de bakvorm.
Leg een van de cirkels in de bakvorm en prik het deeg met een vork. Bedek met bakpapier en bakparels en zet een kwartiertje in de oven.
Verwijder het bakpapier en garneer het deeg met het gebakken appelmengsel. Bedek met de tweede deegcirkel en draai de randen om. Druk goed aan zodat het deeg niet loskomt. Bestrijk met een beetje water zodat ze beter plakken.
Snijd kleine gleuven in het deegoppervlak zodat de taart kan ademen tijdens het bakken.
Bestrijk het deeg met een mengsel van een eierdooier en een theelepel water. Bestrooi met bruine suiker.
Zet de taart 45 minuten in de oven en controleer de laatste 10 minuten regelmatig.
