Van opblaasbare tanks tot valse bomen: zo werd de vijand bedot tijdens de wereldoorlogen
1. Opblaasbare neptanks
De Britten kwamen op het idee om opblaasbare neptanks te bouwen. Die waren opvouwbaar en draagbaar en konden overal geplaatst worden om de vijand af te schrikken of te misleiden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden ze zowel door de geallieerden als de asmogendheden ingezet.
In Operatie Fortitude, voorafgaand aan de landing in Normandië, werd regelmatig gebruikgemaakt van neptanks. Zo werd de Duitse Inlichtingsdienst op het verkeerde been gezet. Enerzijds dachten de Duitsers daardoor dat de geallieerden meer tanks hadden dan werkelijk het geval was, anderzijds werd de aandacht afgeleid van de echte tanks.
Rarehistoricalphotos.com
2. Valse bomen als uitkijkpost
Tijdens de Eerste Wereldoorlog bedachten de Fransen als eerste om valse bomen in te zetten als uitkijkpost. Ze gingen daarbij op zoek naar een dode boom, namen er foto's van en maakten er achter de schermen een exacte, holle replica van.
De binnenkant van de boom werd volledig gepantserd. Vervolgens moest de valse boom ongemerkt, dus 's nachts, geplaatst worden op de plek van de dode boom. Met een laddertje kon de soldaat langs de binnenkant tot boven klimmen en daar plaatsnemen op een metalen stoeltje. Van daaruit kon hij de vijand stiekem spotten en zijn bevindingen aan zijn medesoldaten doorgeven.
3. Verstoppen in paardenkadaver
Ruim acht miljoen paarden kwamen in de Eerste Wereldoorlog om het leven. Hun rottende kadavers brachten de Fransen, alweer, op een idee. Ze reconstrueerden paardenkadavers met papier-maché en lieten er verkenners in plaatsnemen. Zo konden ze de vijandelijke bewegingen in het oog houden. Toch was het best een risicovolle onderneming. Soms kwam een verdwaalde kogel immers in het paard terecht en moest de soldaat in het kadaver het ontgelden.
Imperial War Museum
4. Poppen die op gewonde soldaten lijken
De Duitsers bedachten dan weer het snode plan om poppen in Britse uniformen op strategisch uitgekozen plekken te leggen. Die poppen waren met een touw verbonden tot aan de schuilplaats van de Duitse soldaten. Als ze eraan trokken, leek het alsof de pop om hulp riep. Als de Britten dan naar de pop toesnelden om hem te helpen, wisten de Duitsers waar ze zaten en konden sluipschutters hun gang gaan.
Imperial War Museum